58
nl | Menu On-screen display (OSD)
Preset tour
Selecteer een vooraf ingestelde tourlijn die de camera moet uitvoeren wanneer de alarmpin
wordt geactiveerd. Preset Tour-lijnen moeten vooraf worden gedefinieerd in het instelmenu
PRESET TOUR of via het toetsenbord.
AutoPan
Selecteer een AutoPan-lijn die de camera moet uitvoeren wanneer de alarmpin wordt
geactiveerd. AutoPan-lijnen moeten vooraf worden gedefinieerd in het instelmenu AUTOPAN of
via het toetsenbord.
Tour
Selecteer een tourlijn die de camera moet uitvoeren wanneer de alarmpin wordt geactiveerd.
Tourlijnen moeten vooraf worden gedefinieerd in het instelmenu TOUR of via het toetsenbord.
Waarnemingstijd
De waarnemingstijd is de tijdsduur voor het uitvoeren van de alarmactie. Als de modus
PRESET is geselecteerd, gaat de camera naar de vooraf ingestelde positie en blijft daar
gedurende een door de gebruiker gedefinieerde tijd (1 ~ 127 seconden/Altijd) wanneer de
alarmpin is geactiveerd, totdat de alarmconditie wordt vrijgegeven of tot u de joystick draait
om de status van de camera te wijzigen.
Als een van de andere modi (PRESET TOUR/AUTOPAN/TOUR) is geselecteerd, blijft de camera
blijft de geselecteerde modus (WAARNEMINGSTIJD: ALTIJD) uitvoeren totdat de alarmconditie
wordt vrijgegeven u de joystick draait om de status van de camera te wijzigen.
Aanwijzing!
De waarnemingstijd is alleen instelbaar als PRESET is geselecteerd als alarmactie. Wanneer
de waarnemingstijd om is, keert de camera terug naar de geactiveerde positie en wordt de
status van de alarmpin opnieuw gecontroleerd.
Alarmprioriteit
Stel voor elk alarmpin een alarmprioriteit in van <1> tot <4>. Als twee of meer alarmen
tegelijkertijd worden geactiveerd, heeft het lagere alarmprioriteitsnummer een hogere
verwerkingsprioriteit. De standaard alarmprioriteit is <1>.
Alarmuitgang
Er zijn twee beschikbaar alarmuitgangen voor de camera. U kunt <1>, <2>, <1+2> of <UIT>
instellen om de alarmuitvoerapparaten te activeren als het pinalarm wordt geactiveerd.
6.14.2
Alarmdetectie
Wanneer de functie Alarmdetectie wordt geactiveerd, detecteert de camera bewegingen
binnen een vooraf gedefinieerd bewakingsgebied en stuurt deze automatisch alarmsignalen als
een beweging wordt gedetecteerd. In de linkerbovenhoek van het scherm wordt de
knipperende waarschuwing "BEWEGING" weergegeven.
Bewegingsdetectie
Blokkeringsmodus
Kader instellen
Kader uitschakelen
Drempel
Verlaten
2013.07 | 1.3 |
ALARMDETECTIE
Uit
Uit
01
01
014
Ja
Bedieningshandleiding
AUTODOME 5000 analoge PTZ-
domecamera
Bosch Security Systems, Inc.