9
Bediening
9.7
Machine van transport- in werkstand neerlaten
Wendakkerstanden
ü De maaiwerken bevinden zich in wendakkerstand.
De tuimelschakelaar (2) in de stand "onder" zetten.
Beide maaiwerken gelijktijdig van wendakker- in werkstand neerlaten
De tuimelschakelaar (3) in de stand "midden" zetten.
Het stuurapparaat (2-) bedienen tot beide maaiwerken in de werkstand zijn neergelaten.
Om te maaien, het stuurapparaat (2-) in de zweefstand brengen.
Beide maaiwerken gelijktijdig van werk- in wendakkerstand optillen
De tuimelschakelaar (3) in de stand "midden" zetten.
Het stuurapparaat (2+) bedienen tot beide maaiwerken in de wendakkerstand zijn opgetild.
Rechter maaiwerk van wendakkerstand in de werkstand brengen
De tuimelschakelaar (3) in de stand "links" zetten.
Het stuurapparaat (2-) bedienen tot het rechter maaiwerk in de werkstand is neergelaten.
Om te maaien, het stuurapparaat (2-) in de zweefstand brengen.
Rechter maaiwerk van werkstand in de wendakkerstand brengen
De tuimelschakelaar (3) in de stand "links" zetten.
Het stuurapparaat (2+) bedienen tot het rechter maaiwerk in de wendakkerstand is opgetild.
Linker maaiwerk van wendakkerstand in de werkstand brengen
De tuimelschakelaar (3) in de stand "links" zetten.
Het stuurapparaat (1-) bedienen tot het linker maaiwerk in de werkstand is neergelaten.
Om te maaien, het stuurapparaat (1-) in de zweefstand brengen.
Linker maaiwerk van werkstand in de wendakkerstand brengen
De tuimelschakelaar (3) in de stand "links" zetten.
Het stuurapparaat (1+) bedienen tot het linker maaiwerk in de wendakkerstand is opgetild.
Bodemdruk verhogen/verlagen
Aanwijzing! Wanneer de ontlastingsdruk te hoog is ingesteld, kunnen de maaiwerken
ongewenst in de wendakkerstand worden opgetild.
Om de ontlastingsdruk te verhogen, de draaipotentiometer rechtsom draaien.
Æ De bodemdruk wordt verlaagd.
Om de ontlastingsdruk te verlagen, de draaipotentiometer linksom draaien.
Æ De bodemdruk wordt verhoogd.
De ontlastingsdruk kan op de manometer worden afgelezen.
Werkbreedte groter/kleiner maken
De tuimelschakelaar (3) in de stand "midden" zetten.
Om de werkbreedte te vergroten, het dubbelwerkende stuurapparaat (1+) bedienen.
Om de werkbreedte kleiner te maken, het dubbelwerkende stuurapparaat (1-) bedienen.
Van de wendakkerstand in de transportstand
ü De transmissie van de aftakas is uitgeschakeld.
80
EasyCut B 1000 CV
Originele handleiding 150000701_06_nl