Opbouw van een foutmelding
De foutmelding is volgens het volgende patroon opgebouwd: bijv. foutmelding "520192-19
"
CAN1
520192
SPN (Suspect Parameter
Number) = storingsnummer
De volgende toetsfuncties kunnen worden geselecteerd:
Symbool
23.1.1.1
Mogelijke foutsoorten (FMI)
23.1.2
Overzicht besturingsapparaten
23.1.3
Overzicht zekeringen
23.1.4
Sensor-/actorfouten verhelpen
Een reparatie of vervanging van componenten mag alleen door een gekwalificeerde
vakwerkplaats worden uitgevoerd.
Voordat er contact opgenomen wordt met de leverancier, de volgende informatie over de
foutmelding verzamelen:
Het in het display weergegeven foutnummer met de
De machine stoppen en beveiligen,
De sensor/actor aan de buitenzijde op beschadigingen controleren.
Æ Wanneer de sensor/actor beschadigingen toont, de sensor/actor vervangen.
Æ Wanneer de sensor/actor geen beschadiging heeft, dan verder gaan met de volgende
teststap.
De aansluitkabel en de stekkerverbinding op beschadigingen en vastzitten controleren.
Æ Wanneer de aansluitkabel/de stekkerverbinding beschadigingen toont, de aansluitkabel/de
stekkerverbinding vervangen.
Æ Wanneer de aansluitkabel/de stekkerverbinding geen beschadiging heeft, dan verder gaan
met de volgende teststap.
Bij een actorfout een actortest uit te voeren om de status van de actor te identificeren,
pagina 156.
Bij een sensorfout een sensortest uit te voeren om de status van de sensor te identificeren,
zie
pagina 152.
EasyCut B 1000 CV
Originele handleiding 150000701_06_nl
Storingen van het elektrisch systeem/elektronica
19
FMI=soort fout,
Aanduiding
Foutmelding bevestigen
Foutmelding wissen
zie
pagina 27.
Storing, oorzaak en oplossing
CAN1
zie pagina 215
Symbool
Toelichting
Als de storing weer optreedt, wordt de fout-
melding opnieuw weergegeven.
Tot de volgende start van de bedienings-
terminal wordt de foutmelding niet meer
weergegeven.
FMI (zie
pagina 215) noteren.
23
23.1
zie
215