Configureren vanaf een smartphone (Cateye Cycling™)
7
Activeer de sensor.
Gebruik een van de methoden in de volgende tabel voor het activeren van de sensor.
CATEYE-sensoren
Snelheid-/cadanssensor
Hartslagsensor
* Met de snelheid-/cadanssensor en de hartslagsensor kunt u tevens de sensor
activeren door te drukken op de knop RESET.
Wanneer Cateye Cycling™ het sensorsignaal detecteert, wordt een bericht weerge-
geven op de smartphone.
Tik op [Koppelen] De gekoppelde sensor wordt weergegeven onder [Apparaat] en
koppelen wordt uitgevoerd.
* Bij het koppelen van een sensor met Cateye Cycling™ wordt een "A" weergege-
ven na de naam van de sensor.
8
Voor het koppelen van meerdere sensoren herhaalt u de pro-
cedure uit stap 6.
Koppel alle sensoren die u van plan bent te gebruiken.
9
Stel de wielomtrek in voor een sensor die de snelheid kan meten.
Tik op [Sensornaam] deze wordt weergegeven onder [Apparaat], en tik vervolgens op
[Wielomtrek] (de buitenomtrek van de band) voor het selecteren van de wielomtrek
overeenkomstig de bandengrootte die op de zijkant van de band staat geschreven.
* Standaardwaarde: 2096 mm (700x23c)
* De wielomtrek moet voor elke sensor worden ingesteld.
10
Indien nodig kunt u de weergave van het meetscherm van de
PADRONE DIGITAL en de totale afstandswaarde wijzigen.
Raadpleeg
"Capaciteiten met een smartphone" (Pagina 31)
11
Tik op
(Menu) linksboven op het scherm, stel [Verbinding
maken] in op UIT.
De verbinding tussen de PADRONE DIGITAL en de smartphone wordt verbroken
en het schakelt naar een meetscherm waarop de configuratiedetails zijn toegepast.
De PADRONE DIGITAL configureren
De sensor activeren
Beweeg de magneet meerdere malen door de
sensorzone. (binnen 3 mm)
Wrijf met uw duimen over beide elektroden.
18
Display
ISC
HR
voor details.
Omslag,
Inleiding
1
2
Aplicación
4/4
3
4
SET
5
Toevoeging