5.4 Installatie van de condensafvoer
R
L
Het condenswater dat het toestel aanmaakt moet
vorstvrij, onder afschot en luchtdicht worden afgevoerd;
Er zitten twee Zehnder bajonetsluitingen aan de
onderkant van het toestel voor de afvoer van condens.
Deze aansluitingen zijn niet luchtdicht. Het is daarom
noodzakelijk dat de aansluiting zonder sifon wordt
afgesloten met het afzonderlijk meegeleverde
afdichtdopje en dat op de andere aansluiting de
meegeleverde droogsifon wordt aangesloten.
1 1 / 4 "
Installeer geen waterslot (u-bocht) op het toestel.
Op warme dagen verdampt het water uit de sifon.
Gebruik altijd de meegeleverde droogsifon.
1 1 / 4 "
NL - 17