Download Print deze pagina

Lincoln Electric FineLine 170HD Bedieningshandleiding pagina 31

Advertenties

BK8053-000111 Rev. A
3.3 Radiofrequentie (RF) en elektromagnetische interferentie (EMI)
3.3.1 Overzicht
In dit hoofdstuk wordt de juiste aarding van de systeemcomponenten beschreven om
radiofrequentie (RF) en elektromagnetische interferentie (EMI) tot een minimum te
beperken.
De boogstartconsole (ASC) is, gezien zijn functie in het plasmasysteem, een bron van
RF/EMI samen met andere systeemcomponenten zoals aandrijfversterkers. Als tijdens de
installatie van het systeem geen goede aardingstechnieken worden toegepast, kan RF/EMI
overspringen naar andere onderdelen, waardoor het systeem niet goed functioneert en/of de
onderdelen defect raken. Hoewel in dit hoofdstuk de beste aardingspraktijken worden
beschreven, garandeert dit geen systeemimmuniteit. Deze richtlijnen dienen de basis te zijn
voor de eerste installatie en voor wijzigingen die nodig zijn om volledige immuniteit te
verkrijgen.
3.3.2 Soorten aardingen
Er zijn drie verschillende soorten aardingen in een plasmasysteem.
1)
Service- of beschermende aarding (PE). Dit is de aarding van de netvoeding die aan
het systeem wordt geleverd. Het doel is het voorkomen van schokgevaar met
betrekking tot de plasma-apparatuur en de werktafel. Het vertegenwoordigt de
serviceaarding die is aangesloten op het plasmasysteem en alle andere
systeemcomponenten, zoals aandrijfversterkers en CNC. De PE- of serviceaarding
moet worden aangesloten op elk apparaat volgens de lokale en nationale
voorschriften.
2)
Gelijkstroomaansluiting. Dit is de werkdraad van de stroomvoorziening en wordt
aangesloten op de snijtafel om het elektrische pad voor de snijstroom te voltooien.
3)
RF/EMI-aarding. Dit is de aarding om RF/EMI-ruis in het systeem te beperken. Dit is
de aarding die in dit hoofdstuk wordt behandeld.
3.3.3 Aardingsregels voor RF/EMI
De snijtafel wordt gebruikt als het gemeenschappelijke centrale aardingspunt. Alle RF/EMI-
aardingen moeten op dit punt eindigen. De centrale aardeverbinding met de tafel moet
gelaste tapeinden op de tafel hebben met een koperen rail die erop gemonteerd is. Al het
beslag dat wordt gebruikt voor aardingsverbindingen moet van koper of messing zijn, met
uitzondering van de tapeinden die aan de tafel zijn gelast.
Een aardingsstang die voldoet aan alle toepasselijke lokale en nationale elektrische
voorschriften moet binnen 6,10 m (20 ft.) van het centrale aardingspunt worden
geïnstalleerd. De aardingsstang moet worden aangesloten op de centrale aarding met een
groene/gele kabel van minimaal 8 AWG.
De werk-, elektrode- en geleidingsboogkabels van de voeding moeten zo ver mogelijk
worden gebundeld en worden gescheiden van de besturingsdraden.
Idealiter lopen de stroom- en besturingskabels in afzonderlijke kabeltrajecten. Zo niet, dan
wordt een afstand van minimaal 152,4 mm (6 inch) aanbevolen.
De gevlochten afscherming op de toortsdraden moet elektrisch worden aangesloten op de
ASC en het toortshandvat. De vlecht moet over de volledige lengte geïsoleerd zijn tegen
contact met metaal of de vloer. De vlecht kan worden geïsoleerd met een plastic of leren
huls of in door een plastic traject lopen.
Deze informatie is onderworpen aan de controles van de Export Administration Regulations [EAR]. Deze informatie mag niet worden verstrekt aan niet-
Amerikaanse personen of op enige wijze worden overgedragen naar een locatie buiten de Verenigde Staten die in strijd is met de vereisten van de EAR.
Pagina 31 van 124
FineLine 170HD-plasmasysteem

Advertenties

loading