De inbouw- en bedieningshandleidingen van de pomp,
regelaar en station behoren tot de leveringsomvang
en dienen vóór de montage en inbedrijfstelling
zorgvuldig te worden gelezen. Na inbedrijfstelling moet
de documentatie aan de gebruiker van de installatie
worden overhandigd en in de buurt van de installatie
worden bewaard. Voor schade op grond van het niet
naleven van de inbouw- en bedieningshandleidingen
aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
Spannings-
voeding 230V
N
PE
Afb. 6.2 Aanwijzing voor toewijzing van de aansluitingen
Afb.
6.3
Aansluitkabel
(voorbeeld voor Wilo-pompen)
Stuurleiding
blauw = GND (massa)
bruin = signaaluitgang
(PWM of 0-10V)
hoogrendementspomp
6.3 Montage
1. De voorste isolatieschaal (3) eraf trekken en het
zonnestation / de pompgroep (1) uit de achterste
isolatie nemen.
3
Afb. 6.4 Pompgroep
3
1
Afb. 6.5 Overdrachtstation
2. Voor de wandbevestiging twee 8 mm boringen in
een afstand van 262 mm (bij pompinbouwlengte
130 mm) resp. 312 mm (bij pompinbouwlengte
180 mm) aanbrengen en de bijgevoegde pluggen
in de boorgaten plaatsen. Daarbij de achterste
isolatieschaal (4) als boormal gebruiken.
Afb. 6.6 Wandhouders bevestigen
1
5
5
2
4
5
5
2
4
Type 13 = 262 mm
Type 18 = 312 mm