EVLQ05+08CAV3 + EHYHBH05AF + EHYHBH/X08AF + EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634-1F – 2020.10
f Pomp
g Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
h Gemotoriseerde 3-wegklep (in optieskit)
i Verdeelstuk
j Tank voor warm tapwater (optie)
k Warmtewisselaarspoel
FCU1...3 Ventilatorconvector (optie)
RAD1...3 Radiator (ter plaatse te voorzien)
▪
Aftappen – Lage punten. Voorzie aftappunten op alle lage punten van de
installatie om het watercircuit volledig te kunnen aflaten.
▪
Aftappen – Overdrukveiligheidsklep. Zorg voor een geschikte afvoer voor de
veiligheidsklep om te vermijden dat water in contact komt met elektrische
onderdelen.
▪
Ontluchtingspunten. Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge punten van de
installatie; deze punten moeten voor onderhoud gemakkelijk bereikbaar zijn. De
binnenunit is voorzien van een automatische ontluchting. Controleer of deze
ontluchtingsklep NIET te hard is vastgedraaid, zodat het watercircuit automatisch
ontlucht kan worden.
▪
Onderdelen met een zinklaag. Gebruik nooit onderdelen met een zinklaag in het
watercircuit. Aangezien het interne watercircuit in de unit uit koperen buizen
bestaat, kan anders overmatige corrosie optreden.
▪
Niet-koperen metalen leidingen. Wanneer ook niet-koperen metalen leidingen
gebruikt worden, isoleer dan elke koperen leiding goed van elke niet-koperen
leiding, zodat ze NIET met elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische
corrosie te vermijden.
▪
Afsluiter – De circuits van elkaar scheiden. Wanneer een 3-wegklep in het
watercircuit gebruikt wordt, zorg ervoor dat het warmtapwatercircuit en het
circuit van de vloerverwarming volledig gescheiden zijn.
▪
Klep – Omschakeltijd. Wanneer een 2-wegklep of 3-wegklep in het watercircuit
gebruikt wordt, moet de maximale omschakeltijd van de klep minder dan
60 seconden bedragen.
▪
Filter. Het is ten zeerste aangewezen een additionele filter in het watercircuit
van de verwarming te monteren. Om daarbij stukjes metaal afkomstig uit de vuile
verwarmingsleidingen te verwijderen, wordt geadviseerd een magneet- of
cycloonfilter te gebruiken om fijne deeltjes te verwijderen. Kleine deeltjes
kunnen de unit beschadigen en worden NIET door de standaardfilter van de
warmtepompinstallatie verwijderd.
▪
Vuilafscheider
–
Oude
verwarmingsinstallaties, wordt er geadviseerd om een vuilafscheider te
gebruiken. Vuil of bezinksel van de verwarmingsinstallatie kan de unit
beschadigen en de levensduur ervan verkorten. Het circuit van het warm
tapwater kan ook met een filter worden beveiligd om storingen tijdens het
bereiden van warm tapwater te voorkomen.
▪
Warmtapwatertank – Capaciteit. Om geen watergebrek te hebben, is het
belangrijk dat de opslagcapaciteit van de tank voor warm tapwater groot genoeg
is om aan de dagelijkse behoefte aan warm tapwater te voldoen.
▪
Warmtapwatertank – Na de installatie. Onmiddellijk na de installatie moet de
tank voor warm tapwater gespoeld worden met koud water. Deze procedure
moet de eerste 5 opeenvolgende dagen na de installatie minstens eenmaal per
dag herhaald worden.
▪
Warmtapwatertank – Stilstandperiodes. Als er gedurende langere periodes
geen warm water wordt verbruikt, MOET de apparatuur voor gebruik gespoeld
worden met koud water.
verwarmingsinstallaties.
6
Voorbereiding
|
In
geval
van
oude
Uitgebreide handleiding voor de installateur
45