M
70 -
E T R O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
Probleem
F. Elektronica blijft vonken
terwijl de waakvlam brandt
G. Waakvlam brandt wel
maar magneetklep sluit
na ca. 10 seconden of
wanneer het toestel heet
wordt
H. Er zijn wel korte geluids-
signalen maar geen von-
ken en er is geen geluid/
getik hoorbaar van de
magneet die de klep opent
I. Waakvlam brandt maar er
is geen gasstroom naar
de hoofdbrander
J. Hoofdbrander ontsteekt,
maar dooft na ca. 22
seconden.
Tabel 3: diagnose van storingen
Mogelijke oorzaak
1. Ontvanger beschadigd
1. Thermokoppel functioneert niet
2. Batterijen (bijna) leeg
1. Batterijen (bijna) leeg
1. Knop A staat in MAN stand.
2. Toestel op waakvlam stand.
3. Voordruk van het gas te laag.
4. Beschadigde magneetklep.
1. Losse bedrading thermokoppel 2.
2. Bedrading thermokoppel 2 ver-
keerd aangesloten.
3. Kortsluiting in bedrading van
thermokoppel 2.
4. Draadbreuk in bedrading van
thermokoppel 2.
5. Thermokoppel 2 is vervuild.
6. Thermokoppel 2 is niet goed in
vlam geplaatst (zie foto 26).
7. Thermokoppel 2 is defect.
8.
Ontvanger defect.
Oplossing
1. Vervang de ontvanger en bevestig de code
(oplossing 1 bij A).
1.1 Meet de spanning, m.b.v. een digitale multime-
ter, ingesteld op mV bereik, door de kabels aan
te sluiten op de kabelschoen. De kabelschoen
bevindt zich aan de buitenkant, direct naast de
magneetmoer aan de achterkant van het gasregel-
blok; zie
Foto
25.
De spanning moet binnen 20 seconden tenmin-
ste 5 mV zijn.
Deze mag niet lager zijn wanneer het toestel
warm is
Is de spanning te laag, dan moet
- het thermokoppel beter in de vlam geplaatst
worden of
- het thermokoppel vervangen worden.
1.2 Controleer de grootte van de waakvlam.
Corrigeer een te kleine waakvlam.
1.3 Controleer de bedrading van het thermokoppel
naar de ontvanger.
Vervang zonodig de bedrading.
2. Vervang de batterijen in de ontvanger.
!Let op Voorkom kortsluiting tussen de batterijen
en metalen delen van het toestel.
1. Vervang de batterijen in de ontvanger.
!Let op Voorkom kortsluiting tussen de batterijen
en metalen delen van het toestel.
1. Draai knop A op gasregelblok naar ON; zie
2. Verhoog de vlamhoogte door op de
(grote vlam) van de afstandsbediening te drukken.
3. Controleer voordruk.
Schakel zonodig het energiebedrijf in.
4. Vervang het gasregelblok.
1. Sluit de bedrading goed aan.
2. Sluit de bedrading goed aan.
3. Vervang de bedrading.
4. Vervang de bedrading.
5. Reinig het thermokoppel.
6. Plaats het thermokoppel goed in de vlam.
7. Controleer de spanning van thermokoppel 2 net
voor de hoofdbrander uitgaat.
Is de spanning lager dan 1,8 mV, vervang dan de
thermokoppel 2.
8. Controleer de spanning van thermokoppel 2 net
voor de hoofdbrander uitgaat.
Is de spanning hoger dan 1,8 mV, vervang dan de
ontvanger.
Foto
22.
knop
21
N L