Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud van de luchtmotor
6.
Breng de tuimelaarpennen (Z) aan in het juk (O). Zet
de tuimelaar (U) in elkaar door een goed ingevette veer
op de tuimelarm (T) en vervolgens op de nok van de
tuimelaar (S) te plaatsen. Plaats de uiteinden van de
tuimelarm (T) van de tuimelaar (U) op de tuimelaar-
pennen en klik de uiteinden van de draaipen (S) op
de tuimelaar in de aansluitpunten (P).
7.
Zorg met het maatje (171818) voor een speling van
3,7 mm tussen de snelsluitende kleppen van de inlaat
(N*) en de zuigerzitting als de inlaatklep open staat. Zie
de uitsnede op Afb. 3.
OPMERKING: Pas de afstand aan tussen de snelsluitende
kleppen van de inlaat en de zuigerzitting
door de bovenste klepmoeren (J*) te
draaien.
8.
Draai de onderste klepmoeren (K*) stevig aan met de
hand.
9.
Centreer de gaten in de klepmoeren (K*) en de gleuven
op de bovenzijden van de snelsluitende kleppen van de
inlaat (N*) en laat de borgdraden (L*) door de gaten in de
klepmoeren in de gleuven in de snelsluitende kleppen
van de inlaat vallen. Trek de borgdraden stevig omlaag
en buig de uiteinden ongeveer 120_ om met een
punttang, zodat ze niet terug uit de gaten kunnen
worden getrokken.
VOORZICHTIG
Oude borgdraden nooit opnieuw gebruiken. Ze worden
broos en breken makkelijk af als ze teveel worden om-
gebogen.
Voorkom dat er bramen komen in de borgdraden als u ze
ombuigt, omdat ze dan op het braampunt afbreken.
10. Vet nieuwe O-ringen voor de zuiger (G) en installeer ze
in de groef in het voetstuk van de luchtmotor (F).
11. Klem het voetstuk van de luchtmotor (F) in een bank-
schroef door de bekken van de bankschroef tegen de
flens vast te zetten.
12. Vet de sluitring (2, 27 of 28) in en breng hem aan in het
voetstuk van de luchtmotor (F). Breng het lager (4) en de
veerklem (3) aan in het voetstuk bij model 206955. Vet
voor alle andere modellen het lagerhuis (26 of 27) in en
installeer het.
13. Vet het lagerhuis (26 of 27) in en installeer het in het
voetstuk (F) van de luchtmotor bij alle modellen behalve
model 206955; doe hetzelfde met de dichting (2*), de
veerklem (3) en het lager (4) bij model 206955.
14. Schuif de zuigerstang (A) omlaag door het lagerhuis en
laat de complete zuiger (G) in het voetstuk (F) van de
luchtmotor zakken.
15. Laat de cilinder (E) voorzichtig recht omlaag op de
zuiger (G) zakken. Draai de zes schroeven (D) aan
waarmee de cilinder aan het voetstuk (F) van de lucht-
motor vastzit.
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat de cilinderwand beschadigt, moet
u de cilinder recht omlaag in de zuiger laten zakken. De
cilinder nooit kantelen terwijl hij in de zuiger zakt.
16. Pak de uitschakelstang (C) beet met de beklede tang.
Verwijder de 5/16 moer van de bovenzijde van de stang.
Schroef de kapmoer (B) op de uitschakelstang (C), druk
de kapmoer omlaag en schroef hem op de bovenkant
van de cilinder (E).
WAARSCHUWING
GEVAREN VAN BEWEGENDE DELEN
De pomp nooit laten draaien als de identificatie-
platen zijn verwijderd. De zuiger en de bijbe-
horende onderdelen kunnen een hand of een
vinger amputeren die ertussen komt.
17. Zet de identificatieplaten (19, 23 of 26) weer terug op de
luchtmotor, voor u hem laat draaien.
18. Voordat u de luchtmotor weer monteert, moet u een
luchtslang aansluiten en de luchtmotor langzaam laten
draaien, waarbij u begint met net voldoende luchtdruk
om de luchtmotor te laten draaien; controleer of de motor
soepel loopt.
19. Sluit de massadraad aan, voordat u de apparatuur weer
normaal gaat gebruiken.
307043
9
Advertenties
Inhoudsopgave
