Onderhoud van de luchtmotor
Drukontlastingsprocedure
WAARSCHUWING
INJECTIEGEVAAR
De systeemdruk moet handmatig worden
ontlast om te voorkomen dat het systeem
per ongeluk start of gaat spuiten/materiaal
doseren. Materiaal dat onder hoge druk staat kan door
de huid heen worden geïnjecteerd en ernstig letsel ver-
oorzaken. Om het risico van ernstig letsel als gevolg van
materiaalinjectie, spatten van materiaal, of bewegende
onderdelen te verminderen moet u telkens de Drukont-
lastingsprocedure volgen als u:
D gevraagd wordt de druk te ontlasten,
D stopt met spuiten/doseren,
D enig onderdeel in het systeem nakijkt of onderhoud
eraan pleegt,
D of een spuittip/nozzle aanbrengt of reinigt.
1.
Draai de luchtregelaar van de pomp en de zelf-
ontlastende luchtkraan (moet in het systeem aan-
wezig zijn) dicht.
2.
Houd een metalen deel van het spuitpistool/de doseer-
ventiel stevig tegen een metalen vat gedrukt en haal de
trekker over om te materiaaldruk te ontlasten.
Voordat u begint
D Zorg ervoor, dat u alle benodigde onderdelen bij de hand
hebt. In de Herstelset voor de luchtmotor (206728)
zitten de reparatie-onderdelen voor de motor. Voor
de beste resultaten moet u alle onderdelen uit de set
gebruiken. De onderdelen die in de set zitten, zijn aange-
duid met een sterretje in de tekst en de tekeningen, bij-
voorbeeld (19*). Zie de Onderdelenlijst op blz. 10 t/m 14.
D Houd voor de beste resultaten de met een sterretje aan-
geduide onderdelen in voorraad om zo weinig mogelijk
stilstand te krijgen
D Er moeten twee extra gereedschappen worden gebruikt:
de beklede tang 207579 moet worden gebruikt om de
uitschakelstang beet te pakken zonder het oppervlak te
beschadigen, alsmede een 3,7 mm maatje 171818 dat
wordt gebruikt om te zorgen voor de juiste speling tussen
de schotels en de zuiger.
6
307043
Demontage
1.
Spoel de pomp door.
WAARSCHUWING
Om het risico van een ernstig letsel te voorkomen, moet u
telkens wanneer dat wordt aangegeven de druk ontlasten,
en daarbij de Drukontlastingsprocedure hierboven
volgen.
2.
Ontlast de druk.
3.
Verwijder de pomp conform de instructies in de hand-
leiding van de pomp.
4.
Plaats het voetstuk van de luchtmotor in een bank-
schroef (F) met de luchtmotor omhoog.
5.
Draai de kapmoer (B) los. Trek de kapmoer omhoog,
pak de uitschakelstang (C) beet met de beklede tang en
schroef de kapmoer van de uitschakelstang af.
VOORZICHTIG
Het oppervlak van de uitschakelstang (C) niet bescha-
digen. Als het oppervlak van de uitschakelstang bescha-
digt, kunnen er storingen optreden in de werking van de
luchtmotor. Pak de uitschakelstang daarom beet met de
speciale beklede tang (207579).
6.
Verwijder de zes schroeven (D) waarmee de cilinder (E)
aan het voetstuk (F) vastzit. Trek voorzichtig de cilinder
recht omhoog uit de zuiger (G).
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat de cilinderwand beschadigt, moet u
de cilinder recht omhoog uit de zuiger lichten. De cilinder
nooit kantelen terwijl hij wordt verwijderd.