De opnamefuncties gebruiken
De opnamefunctie veranderen
Hiermee selecteert u een camerafunctie op het menuscherm.
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
Voor het opnemen van stilstaande beelden zijn drie opnamefuncties beschikbaar:
automatisch, programma, scènekeuze. De standaardinstelling is [Autom.].
Om een andere camerafunctie dan de [Autom.] te kiezen, gebruikt u de onderstaande
procedure.
1 Druk op MENU.
2 Beweeg de besturingsknop naar X om
[Camera] te selecteren.
3 Beweeg de besturingsknop naar C/c om de
gewenste functie te selecteren.
AUTO: Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen.
PGM: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Lees blz. 30
voor informatie over de beschikbare functies.)
SCN: Scènekeuzefunctie (
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène (blz. 32).
/
(film/foto-)
toets
Van opnamefunctie wisselen
Druk op HOME en selecteer [
[
] (Foto) of [
] (Film) met de
besturingsknop.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren met de
/
(film/foto-) toets.
] (Camera) t
Camera
AUTO
AUTO
PGM SCN
EV
Autom.
0
Opn.functie
Eenvoudig opnemen met automatische aanpassing
van de instellingen.
Camera instellen
)
Besturingsknop
MENU-toets
HOME-toets
31