•
Plaats de slijpschijven ieder aan een kant van de slijparm.
Zorg ervoor dat de gaten voor de beide stuurpennen in de
poeliehelft zo terechtkomen dat ze in de gaten in de ring
vallen en in de moer. Monteer vervolgens de schroef en
de ringeenheid met de stuurpennen.
LET OP! Het is zeer belangrijk dat de slijpschijven draaien
wanneer de moer wordt vastgezet. Dit om ervoor te zorgen
dat de riem niet bekneld raakt tussen de geïntegreerde
poeliehelften op de slijpschijven wanneer de slijpschijven/
poelies met de moer worden vastgezet. Dit gebeurt bij
voorkeur afwisselend, d.w.z. stukje vastdraaien, even
draaien en herhalen tot de slijpschijven vastzitten.
•
Draai de aandrijfriem vast. Zie de instructies in het
hoofdstuk "Aandrijfriem".
Aandrijfriem
•
De aandrijfriem is ingekapseld en goed beschermd tegen
stof en vuil.
Controleer de spanning van de aandrijriem
•
Controleer het strekken van de aandrijfriem door met uw
vinger te voelen zoals op de afbeelding te zien is. Een
correct gestrekte aandrijfriem moet ongeveer 5 mm
kunnen bewegen.
Spannen van de aandrijfriem
•
Een nieuwe aandrijfriem moet nog een keer worden
opgespannen wanneer een of twee tanks met brandstof
zijn verbruikt.
•
Draai de zaagbladmoeren één slag tegen de klok in.
•
Draai de riemspanner met de wijzers van de klok mee,
terwijl u met uw vingers voelt hoe de aandrijfriem wordt
aangespannen.
18 –
Dutch
ONDERHOUD
•
Een correct gestrekte aandrijfriem moet ongeveer 5 mm
kunnen bewegen.
•
Draai de zaagbladmoeren vast.
Vervangen van aandrijfriem
!
Haal de spanning van de riem.
•
Verwijder de slijpschijven.
•
Verwijder de kap over de koppeling.
•
Wrik de aandrijfriem van de neus van de slijparm.
•
Maak de waterslang los. Schuif de houder terug en haal
de aandrijfriem.
WAARSCHUWING! Start de motor nooit
wanneer poelie en koppeling voor
onderhoud zijn verwijderd. Start de machine
niet zonder dat slijparm en slijpelement
gemonteerd zijn. Anders kan de koppeling
losraken en persoonlijk letsel veroorzaken.