Voorprogrammering
Met de voorprogrammering kunt u het
programma op een later tijdstip laten
starten.
Deze functie is actief als de instelling
SmartGrid
uitgeschakeld is.
De uren kunnen op
gesteld. De minuten kunnen in stappen
van 15 minuten worden ingesteld op
tot
.
45
De starttijd instellen
Raak de sensortoets aan.
In het display verschijnt:
Start over
Stel met de sensortoetsen en de
uren in. Bevestig met de sensor-
toets OK.
Het display verandert:
Start over
Stel met de sensortoetsen en de
minuten in. Bevestig met de sensor-
toets OK.
Tip: Wanneer u de sensortoetsen
en blijft aanraken, verspringt de
waarde automatisch naar beneden of
naar boven.
Voorprogrammering/SmartStart
00
tot
24
worden in-
00
:00
h
OK
06
:00
h
OK
Voorprogrammering wissen
Voordat het programma start, kan de
gekozen starttijd worden gewist.
Raak de sensortoets aan.
De gekozen starttijd staat in het display.
Stel met de sensortoetsen en
een tijdwaarde in van
vestig met de sensortoets OK.
00
De gekozen starttijd is gewist.
Na de programmastart kan de geko-
zen starttijd alleen nog worden gewist
of gewijzigd door het programma af te
breken.
Voorprogrammering wijzigen
Voordat het programma start, kan de
gekozen starttijd worden gewijzigd.
Raak de sensortoets aan.
Wijzig desgewenst de aangegeven
tijd en bevestig deze met de sensor-
toets OK.
00:00 uur
. Be-
73