Zo wast en droogt u goed
Achter elkaar wassen en dro-
gen
Het is aan te bevelen om alleen dan
direct achter elkaar te wassen en te
drogen, als al het gewassen textiel
ook in de automaat mag worden ge-
droogd en het de maximale beladings-
capaciteit voor het drogen niet over-
schrijdt.
Lees eerst de hoofdstukken: "Zo
wast u goed" en "Zo droogt u goed".
1. Het wasgoed onder de loep
Maak de zakken leeg.
Sorteer het wasgoed op kleur en
weefsel.
Controleer de symbolen in het onder-
houdsetiket.
2. Programma kiezen
Draai de keuzeschakelaar naar het
gewenste programma.
In het display verschijnt:
Wassen
Raak de sensortoetsen of aan
totdat
Wassen en drogen
staat.
Bevestig met de sensortoets OK.
In het display verschijnen het gekozen
programma en de maximale belading,
daarna de ingestelde droogparameters.
Daarna verschijnt in het display een
scherm met de basisweergave van het
programma.
68
3. De trommel vullen
Open de deur.
Leg de was uitgevouwen en losjes in
Sluit de deur.
OK
in het display
Controleer of er zich dieren of voor-
werpen in de trommel bevinden,
voordat u het wasgoed erin stopt.
de trommel.
Doseerzakjes of bollen mogen niet
worden meegedroogd, want ze kun-
nen smelten en de automaat en het
wasgoed beschadigen.
Droog geen doseerzakjes of -bollen
mee.