Zo droogt u goed
4. Programma-instellingen kie-
zen
Droogtegraad kiezen
U kunt de vooraf ingestelde droogte-
graad van een droogprogramma wij-
zigen.
Raak de sensortoets Droogte-
graad aan.
In het display verschijnt:
Kastdroog
Stel met de sensortoetsen en de
gewenste droogtegraad in en beves-
tig met OK.
De droogtegraad wordt met een aan-
gegeven.
Droogtijd instellen
U kunt in plaats van een droogtegraad
een droogtijd instellen.
Raak de toets Droogtijd aan.
In het display verschijnt:
0:20
h
Stel met de sensortoetsen en de
gewenste droogtijd in en bevestig
met OK.
56
OK
OK
Toerental voor thermocentrifugeren
kiezen
U kunt het vooraf ingestelde toerental
voor thermocentrifugeren voor een
droogprogramma wijzigen.
1600
Raak de sensortoetsen en aan,
totdat het gewenste toerental in het
display wordt weergegeven.
Het thermocentrifugeren vervalt wan-
neer u een droogtijd kiest.
OK