1
uitsparingen (2)
3
inkeping
WAARSCHUWINGEN:
Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de aansluitng om schade aan de
module te voorkomen.
5. Druk de geheugenmodule in de aansluiting totdat de module op zijn plaats klikt.
Wanneer u de geheugenmodule correct plaatst, klikken de bevestigingsklemmetjes in de uitsparingen aan weerszijden van de module.
1
uitsparingen (2)
2
bevestigingsklemmetje (vastgeklikt)
6. Breng de computerkap opnieuw aan (zie
7. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Druk op <F1> om door te gaan wanneer het bericht wordt weergegeven dat de geheugencapaciteit is veranderd.
8. Meld u aan bij de computer.
9. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Microsoft
10. Klik op het tabblad Algemeen.
11. Controleer de hoeveelheid weergegeven geheugen (RAM), om te verifiëren of het geheugen juist is geïnstalleerd.
Aanbevolen geheugenconfiguratie
Tijdens het plaatsen of opnieuw plaatsen van geheugen kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Zie voor de locatie van de aansluiting voor de
geheugenmodule
Onderdelen van het
Eén module
Twee modules
DIMM1
DIMM1
DIMM3
Een Dual channel-geheugenconfiguratie instellen
2
lipje
4
geheugenmodule
De computerkap opnieuw
moederbord.
Drie modules
Vier modules
DIMM1
DIMM1
DIMM3
DIMM3
DIMM2
DIMM2
DIMM4
aanbrengen).
®
®
Windows
-bureaublad en klik op Eigenschappen.