Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bosch Performance Line Drive Unit Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing pagina 29

Verberg thumbnails Zie ook voor Performance Line Drive Unit:
Inhoudsopgave

Advertenties

Technische gegevens
Oplaadapparaat
Productnummer
Nominale spanning
Frequentie
Oplaadspanning accu
Laadstroom
Oplaadtijd
– PowerPack 300 ca.
– PowerPack 400 ca.
– PowerPack 500 ca.
Bedrijfstemperatuur
Bewaartemperatuur
Gewicht, ca.
Beschermingsklasse
De gegevens gelden voor nominale spanningen [U] 230 V. Bij afwijkende spanningen en bij per land verschillende uitvoeringen kunnen deze gegevens
afwijken.
Gebruik
Ingebruikneming
Oplaadapparaat op het stroomnet aansluiten
(zie afbeelding A)
 Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
van het oplaadapparaat. Met 230 V aangeduide oplaadap-
paraten kunnen ook met 220 V worden gebruikt.
Steek de apparaatstekker 3 van het netsnoer in de apparaat-
aansluiting 2 op het oplaadapparaat.
Sluit het netsnoer (verschilt per land) op het stroomnet aan.
Laden van de afgenomen accu (zie afbeelding B)
Schakel de accu uit en verwijder deze uit de houder op de
eBike. Lees daarvoor de gebruiksaanwijzing van de accu en
neem de voorschriften in acht.
 Plaats de accu alleen op een schone ondergrond. Voor-
kom in het bijzonder het vuil worden van de oplaadaanslui-
ting en de contacten, bijv. door zand of aarde.
Steek de oplaadstekker 5 van het oplaadapparaat in de aan-
sluiting 6 van de accu.
Laden van de accu aan de fiets (zie afbeelding C)
Schakel de accu uit. Reinig de afdekking van de laadbus 7.
Vermijd vooral het vervuilen van de laadbus en van de contac-
ten, bijv. door zand of aarde. Til de afdekking van de laadbus
7 op en steek de laadstekker 5 in de laadbus 6.
 Laad de accu alleen rekening houdende met alle veilig-
heidsvoorschriften. Als dit niet mogelijk is, neem dan de
accu uit de houder en laad deze op een geschiktere plaats.
Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van de accu en neem
deze in acht.
Bosch eBike Systems
Standard Charger (36–4/230) Compact Charger (36–2/100-240)
V~
Hz
V
A
h
h
h
°C
°C
kg
Laadprocedure bij twee aangebrachte accu's
Zijn aan een eBike twee accu's aangebracht, dan kunnen
beide accu's via de niet afgesloten aansluiting geladen wor-
den. Tijdens het laden worden de beide accu's afwisselend
geladen, hierbij wordt automatisch meermaals tussen beide
accu's omgeschakeld. De laadtijden worden opgeteld.
Tijdens het gebruik worden de beide accu's ook afwisselend
ontladen.
Als u de accu's uit de houders neemt, dan kunt u elke accu
afzonderlijk laden.
Opladen
Het laden begint zodra het oplaadapparaat met de accu of de
laadbus aan de fiets en het stroomnet verbonden is.
Opmerking: De laadbewerking is alleen mogelijk als de tem-
peratuur van de eBike-accu zich in het toegestane laadtempe-
ratuurbereik bevindt.
Opmerking: Tijdens het laden wordt de Drive Unit gedeacti-
veerd.
Het laden van de accu is met en zonder boordcomputer moge-
lijk. Zonder boordcomputer kan het laden alleen aan de accu-
laadtoestandsindicatie gecontroleerd worden.
Bij een aangesloten boordcomputer wordt een bijbehorende
melding op het display weergegeven.
De laadtoestand wordt met de acculaadtoestandsindicatie 9
aan de accu en met de balken op de boordcomputer weerge-
geven.
Tijdens het opladen branden de leds van de oplaadindicatie 9
op de accu. Elke continu brandende led komt overeen met ca.
20 % van de capaciteit van de lading. De knipperende led
geeft het opladen van de volgende 20 % aan.
0 275 007 907
207...264
47...63
36
4
2,5
3,5
4,5
–5 ...+40
–10 ...+50
0,8
IP 40
Nederlands–2
0 275 007 915
90...264
47...63
36
2
5
6,5
7,5
–5 ...+40
–10 ...+50
0,6
IP 40
0 275 007 XCX | (1.4.16)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave