4. Sluit de ventilatorkabel aan op de connector op de systeemkaart (zie Systeemkaartcomponenten).
5. Plaats het I/O-montagekader terug (zie
6. Plaats de bovenste klem terug (zie
7. Plaats de bovenste kap terug (zie
WAARSCHUWING:
Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven
in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.
8. Sluit de computer en alle aangesloten apparaten aan op het lichtnet en zet ze aan.
Terug naar inhoudsopgave
Het I/O-montagekader
terugplaatsen).
De bovenste klem
terugplaatsen).
De kap
terugplaatsen).