Samenvatting van de veiligheidsmaatregelen
Pomp
Kans op een elektrische schok. Maak de elektronische pomp niet open en probeer deze ook niet te
repareren of er onderhoud aan te verrichten. Reparaties en onderhoud mogen alleen worden uitgevoerd
door bevoegd personeel. Als de pomp niet goed werkt of beschadigd is geraakt, moet u de stekker
onmiddellijk uit het stopcontact halen, de pomp buiten bedrijf stellen en contact opnemen met de
klantenservice. (Zie pagina 9 voor contactgegevens.)
De elektrische veiligheid van de pomp moet minimaal eenmaal per jaar worden getest. Als dit niet
gebeurt, kan dit leiden tot overlijden of letsel. Neem contact op met de klantenservice (zie pagina 9)
voor onderhoudsinformatie.
Voor medische elektrische apparatuur zijn speciale voorzorgsmaatregelen nodig aangaande
elektromagnetische compatibiliteit (EMC) tussen apparaten. Deze apparatuur dient geplaatst en in gebruik
genomen te worden volgens de EMC-informatie die in deze handleiding wordt aangeleverd (Zie pagina
47-49). Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er geen storingen optreden bij een juiste installatie.
Als de pomp schadelijke storingen veroorzaakt bij andere apparaten of andere apparatuur veroorzaakt
schadelijke storingen bij de pomp, wat u kunt controleren door de apparatuur in en uit te schakelen, wordt
de gebruiker aangeraden de storing te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te
treffen:
1.
Zet het ontvangende apparaat in een andere richting of op een andere plaats.
2.
Vergroot de afstand tussen de pomp en de andere apparatuur.
3.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact uit een andere groep dan de groep waarop de andere
apparatuur is aangesloten.
Neem contact op met de klantenservice van Stryker voor hulp.
De pomp dient niet naast of op andere apparatuur gebruikt te worden. Door deze instructie niet na te
leven kan het zijn dat ofwel de pomp of het andere apparaat niet correct functioneert. Als het
noodzakelijk is om de pomp op of naast andere apparatuur te plaatsen, dient er te worden gecontroleerd
of de pomp en de andere apparatuur normaal functioneren in de configuratie waarvoor deze bedoeld
zijn.
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur, zoals draadloze thuisnetwerkapparaten, mobiele
telefoons, draadloze telefoons en het bijbehorende basisstation en walkietalkies, kunnen invloed hebben
op deze apparatuur en andere medische elektrische apparatuur. Zie pagina 47-49 voor richtlijnen.
Het gebruik van andere dan de gespecificeerde accessoires en kabels, met uitzondering van
accessoires en kabels die door de fabrikant worden verkocht als vervangingsonderdelen, kan resulteren
in meer emissie en/of een lagere immuniteit van het apparaat.
− De haken van de pomp mogen niet in contact komen met de patiënt. Als een patiënt langdurig contact
maakt met de haken van de pomp, kan dit tot letsel leiden.
− Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambare verdovende middelen of lachgas, of in een
zuurstofrijke omgeving. Dit kan leiden tot explosies, brandwonden en verstikking.
− Als de elektronische pomp wordt blootgesteld aan een vloeistof terwijl de stekker in het stopcontact zit,
kan dit grote elektrische gevaren met zich meebrengen.
− Plaats, om letsel te voorkomen, geen voorwerpen op de pomp.
− Stop de AST-kabel ALLEEN in de AST-ingang. Als deze kabel ergens anders in wordt gestopt, kan dit
resulteren in zware elektrische schokken.
− Gebruik de pomp NIET als u geen klikgeluid hoort.
− De druk in het steunoppervlak wordt automatisch geregeld en kan zonder kennisgeving worden
aangepast. Ga zorgvuldig te werk bij het uitvoeren van medische procedures bij een patiënt.
− Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in MRI.
− Er is netvoeding nodig om therapie te kunnen bieden. Als het apparaat geen stroom meer krijgt, wordt
de therapie onderbroken.
− Het is cruciaal het filter goed te onderhouden om ervoor te zorgen dat de IsoAir™-pomp te allen tijde
optimaal functioneert. Als het filter niet wordt schoongemaakt, kan dit leiden tot schade aan de pomp.
Een beschadigde pomp kan leiden tot een onvoldoende ondersteuningsniveau en letsel bij de patiënt.
2017/02
AO-SM-70-INT REV 5.00
Pagina 12 van 54