2.4.2
Ventielen (in uw woning) reinigen
Het ventilatiesysteem kan zijn uitgerust met de
volgende ventielen:
Afvoerventiel (STB)
Afvoerventiel (STV)
toevoerventiel (STH)
De ventielen moeten (minimaal) 2 keer per jaar
als volgt worden gereinigd:
1.
Haal het ventiel uit de wand of het plafond;
2.
Reinig het ventiel in een oplossing van zeep
en warm water;
3.
Spoel het ventiel goed na en droog het af;
4.
Plaats het ventiel op EXACT DEZELFDE
STAND (en IN HETZELFDE GAT) terug;
5.
Herhaal deze procedure voor de andere
ventielen.
Over de stand van de ventielen
De installateur heeft alle ventielen ingesteld
om het ventilatiesysteem optimaal te laten
functioneren. Verander daarom niets aan de
stand van de ventielen.
Let op dat alle ventielen na reiniging ALTIJD
op exact dezelfde stand (en in exact hetzelf-
de ventilatiegat in de wand of het plafond)
terug worden geplaatst. Anders functioneert
het ventilatiesysteem niet meer optimaal.
De ventilatielucht wordt middels ventielen toe-
en afgevoerd. Kieren onder de deuren in de wo-
ning zorgen ervoor dat er een luchtstroom in de
juiste richting ontstaat. Om er zeker van te zijn
dat de juiste ventilatiehoeveelheden in de ver-
trekken gehandhaafd blijven, moet de volgende
zaken in acht genomen worden:
Sluit kieren niet af;
Verander de instelling van de ventielen niet;
Verwissel de ventielen niet met elkaar.
Afvoerventiel (STC)
Afvoerventiel (STK)
2.5
Storingen
Als de WHR een storing heeft, kan dit als volgt
kenbaar gemaakt worden:
De storingsmelding verschijnt op het display;
De storingsmelding verschijnt op het
CC Ease paneel;
De storingsindicator op de 3-standen-
schakelaar gaat branden.
In de volgende paragrafen worden deze onder-
houdswerkzaamheden kort toegelicht.
2.5.1
Storingsmeldingen op de digitale bediening
Als er een storing optreedt, verschijnt de
storingscode hiervan op de digitale bediening.
Op het scherm van de digitale bediening
verschijnt altijd een 'A' of een 'E' code met een
cijfertoevoeging. Met behulp van de storings-
overzicht kan worden opgezocht wat de
betreffende storingsmelding betekent.
2.5.2
3-Standenschakelaars met storingsindicatie
De 3-standenschakelaars die beschikken over
een storingsindicator geven hiervan melding
zodra er een storing is opgetreden. Dat gebeurt
afhankelijk van het type 3-standenschakelaars
op één van de volgende twee manieren:
3-Standenschakelaar met storingsindicator.
De storingsindicator zal bij een storing (en bij
een filter vuil melding) gaan branden.
Draadloze 3-standenschakelaar (RF) met
storingsindicator.
De storingsindicatoren zullen, zodra deze
3-standenschakelaar gebruikt wordt, gaan
branden. Hierbij zal één storingsindicator
1 x groen oplichten als teken dat er com-
municatie is. Vervolgens zullen bij een stor-
ingsmelding (en bij een filter vuil melding) de
beide storingsindicatoren 3x rood knipperen.
Daarna zullen beide storingsindicatoren nog
1 x groen oplichten.
13 - NL