In Windows® XP:
l
Klik op Start ® Computer uitschakelen ® Uitschakelen.
De computer wordt uitgeschakeld nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop 6 seconden ingedrukt indien uw computer
en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u handelingen hebt uitgevoerd in de computer
Controleer nadat u onderdelen hebt vervangen of u alle externe apparaten, kaarten en kabels hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
1. Plaat de
kap
terug.
WAARSCHUWINGEN:
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en vervolgens op de computer.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Sluit de computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
4. Zet de computer aan.
5. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren. Zie
Terug naar inhoudsopgave
Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek).