10 IP-tests
10 IP-tests
10.1 IP-ping
Bij de IP-ping controleert ARGUS, of er een verbinding via ethernet of xDSL via een
DSLAM en het ATM/IP-netwerk naar de Internet Service Provider (ISP) of een ander pc-
of serveradres tot stand kan worden gebracht. ARGUS verzendt een testpakket naar een
gedefinieerd IP-adres (communicatiebestemming) en wacht vervolgens op een
antwoordpakket. Aan de hand van het ingekomen antwoordpakket kan meer worden
gezegd over de bereikbaarheid en vertraging van het ATM/IP-netwerk. Daarnaast kan de
maximale gegevenspakketgrootte van het pad worden bepaald.
Voor de IP-ping zijn de volgende parameters vereist:
Protocolonafhankelijke parameters
De configuratie van de testparameters wordt in het hoofdstuk Aansluitingsinstelling op
pagina 25 beschreven.
Instelling
Testparameters
IP-ping:
IP-adres
als naam, IPv4- of OPv6-
nummer
Vervolg op volgende
pagina
44
Uitleg
Adres van communicatiebestemming. ARGUS kan maximaal 10 IP-
adressen opslaan. De opgeslagen IP-adressen zijn in alle profielen
beschikbaar.
ARGUS geeft de in totaal tien ter beschikking
staande opslaggeheugens voor IP-adressen
weer. Markeer met de cursortoetsen een regel
met een IP-adres die moet worden bewerkt (in
het voorbeeld is het eerste opslaggeheugen
gemarkeerd (1/10))
Gemarkeerd IP-adres
<Bewerk>
bewerken.
Het adres kan als IPv4-, IPv6-nummer
of als naam worden ingevoerd.
Standaardinstelling: www.argus.info
ARGUS 165