Als u de rekenmachine uitschakelt tijdens het bewerken van een eActivity en vervolgens
de batterijen verwisselt, kan de data die u aan het bewerken was, gewist worden. Zorg er
dus voor de eActivity data eerst op te slaan voordat u de rekenmachine uitschakelt en de
batterijen verwisselt.
1. Druk op !o(OFF) om de rekenmachine uit te schakelen.
Waarschuwing!
• Vergeet niet om de rekenmachine uit te schakelen voordat u de batterijen vervangt. Als u
de rekenmachine toch ingeschakeld laat, gaan de in het geheugen opgeslagen gegevens
verloren.
2. Schuif de beschermhoes op de rekenmachine en pas op dat u daarbij niet op o drukt.
Draai daarna de rekenmachine om.
3. Verwijder de batterijklep van de rekenmachine door
uw vinger op het merkteken 1 te plaatsen en de
batterijklep in de aangegeven richting te trekken.
4. Haal de vier gebruikte batterijen uit de
rekenmachine.
5. Plaats vier nieuwe batterijen en zorg er daarbij
voor dat de positieve (+) en negatieve (–) uiteinden
ervan op de juiste wijze zijn geplaatst.
6. Plaats de batterijklep opnieuw.
7. Draai de rekenmachine om en schuif de
beschermhoes eraf. Druk vervolgens op o om de
rekenmachine in te schakelen.
• Als de tekens op het scherm te licht en moeilijk te zien zijn nadat u de rekenmachine
opnieuw hebt ingeschakeld, dan moet u de contrastinstelling aanpassen.
k Informatie over het automatisch uitschakelen van de rekenmachine
De rekenmachine schakelt zichzelf automatisch uit als u binnen de door u ingestelde tijd voor
het automatisch uitschakelen geen berekening uitvoert. U kunt 10 of 60 minuten instellen
(zie "Instellingen energiebesparing" op pagina 12-1). Om de rekenmachine opnieuw in te
schakelen, drukt u op o.
GRAPH 95
GRAPH 95
GRAPH 75
GRAPH 75
D-11
GRAPH 35+
GRAPH 35+
GRAPH 25+ Pro
GRAPH 25+ Pro