REMKO MVD
Modus "VERWARMEN"
In de modus Verwarmen hebt u de mogelijkheid de
ruimte in de koude jaargetijde te verwarmen. De
gewenste kamertemperatuur kan met de toetsen
▲/▼ in stappen van 1 °C ingesteld worden. Komt
de temperatuur in de kamer 1 °C onder de instel-
temperatuur, begint de binnenunit met het ver-
warmen van ruimtelucht. De inverter-regeling con-
troleert het verschil tussen de insteltemperatuur en
de ruimtetemperatuur. Bij een groot verschil wordt
een hoge verwarmingscapaciteit tot stand
gebracht. Bij een klein verschil wordt een lagere
verwarmingscapaciteit tot stand gebracht. De
luchtuitstroomtemperatuur en de kamertempera-
tuur worden zo constant gehouden. Als de inge-
stelde kamertemperatuur in de ruimte met ca. 2 °C
wordt overschreden, schakelt de regeling de ver-
warming uit. Ter bescherming van de compressor
schakelt de regeling pas na een wachttijd van 3
minuten de verwarming weer in. In de verwar-
mingsmodus wordt de ventilatormotor van de bin-
nenunit vertraagd ingeschakeld om het uitstromen
van koude lucht te voorkomen. De lamellen van de
buitenunit kunnen bij lage temperaturen bevriezen.
Door het omkeren van de koudekringloop wordt in
intervallen een ontdooiing uitgevoerd. Tijdens het
ontdooien geeft het display "H1" aan.
18
Functieverloop modus verwarmen
AUTO
TEMP
COOL
SET
D
RY
CLOCK
HEAT
F
AN
FAN SPEED
AUTO
TEMP
COOL
SET
D
RY
CLOCK
HEAT
F
AN
FAN SPEED
AU
TO
TEMP
COOL
SET
D
R
Y
CLOCK
HE
AT
F
AN
FAN SPEED
AUTO
TEMP
COOL
SET
D
RY
CLOCK
HEAT
F
AN
FAN SPEED
HEIZBETRIEB
VERWARMINGSBEDRIJF
Afb. 15: Modus "Verwarmen"
Tijdens de condensatiecyclus wordt de verdamper-
ventilator van de binnenunit en de condensorventi-
lator van de buitenunit uitgeschakeld. Na beëindi-
ging van de cyclus worden de ventilatoren weer
naar het laatst gebruikte niveau geschakeld.
C
AUTO
MODE
MODE
C
O
O
ODER
OF
▼
C
O
O
VENTILATOR
FAN
C
O
O