SpeedStep
(standaard uitgeschakeld (Off))
Virtualization (Virtualisatie)
(standaard uitgeschakeld (Off)
HDD Acoustic Mode (Geluidsmodus vaste schijf)
(standaard overslaan (Bypass))
Security (beveiliging)
Admin Password (Beheerderswachtwoord)
(standaard niet ingesteld (Not Set))
System Password (Systeemwachtwoord)
(standaard niet ingesteld (Not Set))
Password Changes (Wachtwoordwijzigingen)
(standaard ontgrendeld (Unlocked))
Execute Disable
(standaard ingeschakeld (On))
Power Management (Energiebeheer)
AC Recovery
(Herstel stroom)
(standaard uitgeschakeld (Off))
cores is ingeschakeld.
N.B.:
De prestaties van bepaalde toepassingen
kunnen verbeteren wanneer er een extra core is
ingeschakeld.
Hiermee bepaalt u of de Enhanced Intel SpeedStep
technologie is ingeschakeld voor alle ondersteunde
processors in de computer.
Off (Uit): Enhanced SpeedStep-technologie
l
uitschakelen
On (Aan): Enhanced SpeedStep-technologie
l
inschakelen
Hiermee bepaalt u of een VMM (Virtual Machine
Monitor) gebruik kan maken van de extra
®
hardwarecapaciteiten van Intel
Virtualization
Technology.
Off (Uit): Virtualization Technology
l
uitschakelen
On (Aan): Virtualization Technology
l
inschakelen
Hiermee bepaalt u de geluidsmodus waarin de vaste
schijf werkt.
Bypass (Overslaan): niets doen (nodig voor
l
oudere schijven).
Quiet (Stil) : de vast schijf werkt met een
l
langzamere maar stillere snelheid.
Suggested (Voorgesteld): de modus wordt
l
door de fabrikant van de vaste schijf bepaald.
Performance (Prestaties): de vaste schijf
l
werkt sneller maar mogelijk lawaaieriger.
N.B.:
Wanneer u overschakelt naar de Performance-
modus, kan de vaste schijf lawaaieriger worden,
maar de prestaties lijden daar niet onder.
N.B.:
Het wijzigen van de geluidsinstellingen is niet
van invloed op het image van uw vaste schijf.
Wordt gebruikt om te voorkomen dat onbevoegde
gebruikers configuratie-instellingen in System Setup
wijzigen.
Wordt gebruikt om te voorkomen dat onbevoegde
gebruikers het besturingssysteem opstarten.
Met deze optie vergrendelt u het
systeemwachtwoordveld met het wachtwoord van de
beheerder (admin).
N.B.:
Wanneer het veld van het systeemwachtwoord
is vergrendeld, kunt u de wachtwoordbeveiliging niet
langer uitschakelen door op <Ctrl><Enter> te
drukken wanneer de computer wordt gestart.
Hiermee schakelt u de Execute Disable Memory
Protection-technologie in of uit.
Off (Uit): Execute Disable Memory Protection-
l
technologie is uitgeschakeld.
On (Aan): Execute Disable Memory Protection
l
technology is ingeschakeld.
Hiermee bepaalt u hoe de computer reageert
wanneer de wisselstroom wordt hersteld na een
stroomonderbreking.
Off (Uit): het systeem blijft uitgeschakeld
l
®
-