NL
13.1.7 Vuldruk van de verwarmingsinstallatie instel-
len
OPMERKING: Schade aan het toestel!
Bij het bijvullen van cv-water kunnen span-
ningsscheuren in het hete ketelblok ont-
staan.
B Vul cv-water alleen bij in een koud toe-
stel.
Aanduiding op manometer
1 bar
Minimale vuldruk (bij koude installatie)
1 - 2 bar
Optimale vuldruk
3 bar
Maximale vuldruk bij hoogste tempera-
tuur van verwarmingswater:
mag niet worden overschreden (over-
stort opent).
Tabel 13
B Staat de wijzer onder de 1 bar (in koude toestand)
dan moet u bijvullen totdat de wijzer weer tussen de
1 bar en 2 bar staat.
Voor het navullen de slang met water vullen.
Daardoor wordt voorkomen, dat lucht in het
CV-water terecht komt.
B Als de druk niet constant blijft: verwarmingsinstallatie
en indien nodig expansievat op lekkage controleren.
13.1.8 Elektrische bedrading controleren
B Elektrische bedrading controleren op mechanische
beschadigingen en defecte kabels vervangen.
13.1.9 Ontsteek elektroden controleren
B Verbrandingskamer openen (
B Elektroden op vervuiling en slijtage controleren, evt.
reinigen of vervangen.
Copyright (optional information)
hoofdstuk 13.1.4).
Inspectie en onderhoud | 51
6 720 645 012 (2011/02)