In bedrijf nemen
6.2.4 Controleer of het zonnesysteem vrij is van lucht
▶ Zonnepomp handmatig in- en uitschakelen.
▶ Controleer tijdens het schakelen de zwarte wijzer van de manometer
[1] op de inlaatcombinatie.
Wanneer de zwarte wijzer van de manometer [1] bij het
in- en uitschakelen van de zonnepomp drukvariaties aan-
geeft, dan moet het zonnesysteem verder worden ont-
lucht.
1
Afb. 22 Manometeraanwijzing controleren
[1]
Manometer
Het demonteren en reinigen van het vulstation is opge-
nomen in de handleiding, die met het vulstation is meege-
leverd.
6.3
Vorstbeschermingstemperatuur bepalen
Om de vorstbeschermingstemperatuur te bepalen, verdient het aanbe-
veling bij de eerste inbedrijfname de vorstbeveiliging van de solarvloei-
stof te controleren met een vorstbeveiligingsmeetinstrument (Glykomat
of refractometer).
OPMERKING: Vorstschade
▶ Controleer iedere 2 jaar of de benodigde vorstbe-
scherming tot minimaal –25 °C is gewaarborgd.
Glycomaten voor vrachtwagenvloeistoffen zijn hiervoor niet geschikt.
Een geschikt instrument kan afzonderlijk besteld worden.
14
Bij installatiebedrijf met solarvloeistof LS
Wanneer het zonnesysteem met solarvloeistof LS wordt gebruikt, moet
de waarde aan de hand van tab. 8 worden omgerekend.
Afgelezen waarde bij
solarvloeistof L (concentratie)
– 23 °C (39 %)
– 20 °C (36 %)
– 18 °C (34 %)
– 16 °C (31 %)
– 14 °C (29 %)
– 11 °C (24 %)
– 10 °C (23 %)
– 8 °C (19 %)
– 6 °C (15 %)
– 5 °C (13 %)
– 3 °C (8 %)
Tab. 8
6.3.1 Vorstbescherming corrigeren
Wanneer de minimale vorstbescherming niet wordt gehaald, dan moet
solarvloeistofconcentraat worden bijgevuld.
▶ Om de exacte bijvulhoeveelheid te bepalen, het installatievolume con-
form tab. 9 bepalen. De bijvulhoeveelheid komt overeen met de hoe-
veelheid, die eerder werd afgetapt.
Installatieonderdeel
6 720 802 132-19.1ITL
Collectoren
1 zonnestation
1 warmtewisselaar in de zonneboiler
1 m koperleiding Ø 15 mm
1 m koperleiding Ø 18 mm
1 m koperleiding Ø 22 mm
1 m koperleiding Ø 28 mm
1 m koperleiding Ø 35 mm
1 m koperleiding Ø 42 mm
1 m rvs-golfbuis DN16
1 m rvs-golfbuis DN20
1 m rvs-golfbuis DN25
Tab. 9 Vulvolume van de afzonderlijke installatieonderdelen
Komt overeen met
vorstbescherming bij
solarvloeistof LS
– 28 °C
– 25 °C
– 23 °C
– 21 °C
– 19 °C
– 16 °C
– 15 °C
– 13 °C
– 11 °C
– 10 °C
– 8 °C
Vulvolume
Zie planningsdocumentatie
resp. documentatie betref-
fende de producten
0,50 l
290 l boiler: 5,8 l
400 l boiler: 12,1 l
0,13 l
0,20 l
0,31 l
0,53 l
0,86 l
1,26 l
0,26 l
0,41 l
0,61 l
Design-zonnestation – 6 720 804 401 (2012/12)