▶ Dichtheidstest uitvoeren - daarbij de toegestane drukken van alle mo-
dules bewaken.
Afb. 20 Spoelen van het standaardsysteem
[1]
Kogelkraan en terugslagklep op thermometer geopend
(45°-stand)
[2]
Vul- en aftapkraan op de doorstroombegrenzer
6.2.3 Het vullen afsluiten en bedrijfsdruk instellen
De bedrijfsdruk moet 0,7 bar boven de statische druk
liggen.
▶ Bepaal de bedrijfsdruk en stel deze in; echter mini-
maal 1,5 bar (in koude toestand 20 °C).
FKC-2/FKT-1
1)
Statische hoogte
(10 m) 1,0 bar
+ toeslag
+ 0,7 bar
= bedrijfsdruk
= 1,7 bar
Tab. 7 Voorbeeld: collectorafhankelijke bedrijfsdruk
1) Een meter hoogteverschil (tussen collectorveld en zonnestation) komt overeen
met 0,1 bar
▶ Sluit de vul- en aftapkraan op de veiligheidsgroep [4], op de door-
stroombegrenzer [5] en op de ontluchting [1].
▶ Na het inschakelen van de pomp: vul- en aftapkraan [4] op de inlaat-
combinatie langzaam openen, tot de benodigde bedrijfsdruk is be-
reikt. Sluit daarna weer de aftapkraan [4].
▶ Pomp uitschakelen.
▶ Zet de kogelkraan [3] op 0° (terugslagklep bedrijfsklaar).
▶ Zonnepomp op de hoogste snelheid instellen en minimaal 15 minuten
laten draaien, zodat de nog resterende lucht zich in de ontluchter kan
verzamelen.
Design-zonnestation – 6 720 804 401 (2012/12)
▶ Ontluchter [2] ontluchten en evt. de bedrijfsdruk corrigeren.
1
2
6 720 802 132-30.1ITL
Afb. 21 Vul- en aftapkraan sluiten en openen
[1]
[2]
1)
[3]
[4]
[5]
VK...-1
(10 m) 1,0 bar
+ 2,0 bar
= 3,0 bar
1
Vul- en aftapkraan op ontluchter
Ontluchtingsschroef op de ontluchting
Kogelkraan op stand 0° (terugslagklep bedrijfsklaar)
Vul- en aftapkraan op de veiligheidsgroep
Vul- en aftapkraan op de debietmeter
In bedrijf nemen
2
3
60
40
°C 80
20
100
0
120
4
5
6 720 802 132-24.1ITL
13