Aansluiting sensoren, DL-Bus en CAN-Bus
Klemmenoverzicht
Sensoringangen 1 – 4,
Parametrering in het menu Ingangen,
IN1.... IN4
Aansluiting van de sensoren tussen IN1 (2, 3, 4) en sensormassa
Let op: De ingangen 3 en 4 hebben een gezamenlijke massaklem.
+5V
Spanningsvoorziening voor Vortex-sensoren
Speciale aansluiting voor volumestroomsensoren FTS.... (zonder DL)
Parametrering: Menu Ingangen / Ingangen 3 – 4 voor temperatuur
VT1...VT2
(PT1000 sensor), ingangen 5 – 6 voor debiet en keuze voor de sensor
(DN)
Uitvoering van de aansluitleiding volgens navolgende beschrijving
DL-Bus ingang voor volumestroomsensoren FTS....DL (met tussenprint)
en andere DL-sensoren (behalve RCV-DL),
DLB
Parametrering: Menu Netwerk / Ingangsvariabelen analoog, Bron DL
Aansluiting tussen DLB en massa
Ingangen 5 – 6, voor impulsgever VSG ,
DI1...DI2
Parametrering: Menu Ingangen / Ingangen 5 – 6,
Aansluiting tussen DI... en sensormassa
CAN-Bus LOW, CAN-Bus HIGH, +12V,
C-L, C-H
De basisprincipes van de verkabeling zijn in de handleiding van de
+
UVR1611 uitvoerig beschreven en dienen te worden nageleefd.
Sensormassa
Aansluiting sensor FTS... op VT1 cq. VT2:
De volumestroomsensoren worden direct, zonder tussenprint, met de CAN-EZ verbonden.
De meegeleverde vlakbandkabel wordt op de benodigde lengte gemaakt, indien de tweede
stekker op de kabel conform onderstaand voorbeeld is geklemd.
Vlakbandkabel
gewenste kabellengte
Positie (richting) van de
beide
Stekkers te controleren!
CAN-EZ
9