Veiligheidsbepalingen
Alle montage – en bekabelingswerkzaamheden aan de energiemeter
mogen alleen in spanningsloze toestand worden uitgevoerd.
Het openen, aansluiten en inbedrijfname van het apparaat mag alleen
door vakkundig personeel worden uitgevoerd. Hierbij zijn alle
plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht te nemen.
Het apparaat voldoet aan de nieuwste stand der techniek en voldoet aan alle
veiligheidsbepalingen. Het mag alleen conform de technische gegevens en de hierna
vermeldde veiligheidsbepalingen en voorschriften worden ingezet cq. gebruikt worden. Bij het
gebruik van het apparaat zijn daarnaast voor iedere specifieke toepassing de benodigde
wettelijke- en veiligheidsvoorschriften in acht te nemen.
Een veilig bedrijf is niet meer mogelijk, indien het apparaat
Zichtbare beschadigingen vertoont,
Niet meer functioneert,
Voor langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen.
Is dit het geval, dan dient het apparaat buiten bedrijf te worden genomen en tegen
ongeoorloofd gebruik te worden beschermd.
Onderhoud
Bij een normale behandeling en gebruik behoeft het apparaat geen onderhoud. Voor het
reinigen van de behuizing kan een met zachte alcohol (bv. spiritus) bevochtigde doek worden
gebruikt. Agressieve poets- en oplossingsmiddelen zoals chloorethenen of Tri zijn niet
toegestaan.
Omdat alle voor de nauwkeurigheid relevante componenten bij normaal gebruik geen
belasting kennen, is de veroudering uiterst gering. Het apparaat beschikt daarom niet over
wijzigingsmogelijkheden. Hierdoor is ook geen kallibratie mogelijk.
Bij reparatie mogen de constructieve kenmerken van het apparaat niet worden gewijzigd.
4