Bijlage 1 diagnose van storingen
Storingzoekschema gassfeerkachels met electronische ontsteking: ontsteking en vlambeeld
start
Ja
2.01 Gaat de waakvlam aan?
Nee
Nee
2.02 Vonken?
Ja
Ja
2.03 Maar één vonk?
Nee
2.04 Controleer:
Ontvanger
-
Vervang lege, zwakke of
oplaadbare batterijen
Aanwezigheid van gas
Controleer waakvlambrander op
aanwezigheid van gas tijdens
normale opstartcyclus of in
handmatige modus (draai dan ovale
knop op regelblok op 'MAN', druk de
veiligheidsklep in het regelblok met
een schroevendraaier open) door
deze met een aansteker te ontsteken.
-
Waakvlam niet aan: Stap 1
-
Waakvlam wel aan: Stap 2
Stap 1: Waakvlam heeft geen gas
-
Gaskraan open?
-
Gas op regelblok (voordruk bij
meetnippel op het regelblok)
-
Beschikbaarheid gas bij
waakvlambrander door toestel
in handmatige mode te
ontsteken.
-
Draai ovale knop op regelblok
op 'MAN', druk de
veiligheidsklep in het regelblok
met een schroevendraaier
open en ontsteek de
waakvlambrander handmatig
(aansteker). Waakvlam niet
aan? Controleer nu:
-
Waakvlamleiding geblokkeerd
(knik of vuil)
-
Geeft regelblok gas
(waakvlamleiding bij regelblok
losnemen)? Zo nee:
Controleer
waakvlamregelschroef (onder
zwarte plastic afdekkap): de
verzegeling mag niet
verbroken zijn, schroef moet
geopend staan. Linksom is
open.
-
Helpt dit niet: regelblok
vervangen
Stap 2 Waakvlambrander wel gas,
ontsteekt niet
-
Electrode met haaks gebogen
punt: buig de tip ca. 1mm
omhoog.
-
Vonk te zwak (dun en
roodachtig).
Behandel als 'geen vonk' bij
blok 2.05 en voer de acties
voor ontstekingskabel of
ontstekingselectrode uit.
-
Waakvlam te zwak (vervuild).
Verwijder het
waakvlamspuitstuk (wartel en
waakvlamleiding losnemen).
Zorg dat het spuitstukje niet
valt. Blaas schoon met
perslucht (b.v. fietspomp)
Herstel fouten. Probeer opnieuw.
NL
2.03a
-
Aardingsschroef op
regelblok losnemen en
weer vastzetten.
-
Als dit niet werkt:
ontvanger vervangen.
2.05 Controleer:
Ontstekingskabel
-
Aanwezig en aangesloten
-
Vrijhangend van metalen
delen of beton
-
Te lang: knip overbodige
lengte aan de kant van de
ontvanger af en sluit opnieuw
aan.
-
Kortsluiting naar aarde;
vervang de kabel.
-
Vonk op verkeerde plaats op
bougie
-
Schuif rubberen manchet over
het
keramiek van de
electrode.
-
Vervang zonodig de electrode.
Ontstekingselectrode
-
Electrode met rechte punt:
-
oxidatie (electrode aan de kant
van de waakvlam opruwen
met een plat vijltje of
schuurpapier)
-
stand (4mm van
waakvlambrander)
-
breuk of barstjes in het
keramiek (niet altijd zichtbaar):
vervang de electrode.
Thermokoppelcircuit onderbroken
Controleer de verbinding tussen
-
Thermokoppel en onderbreker
-
Thermokoppelonderbreker en
regelblok
Zit de verbinding vast?
(handvast + halve slag)
-
Zwarte stuurkabels (gele/rode
tip) niet (goed) aangesloten
-
In thermokoppelonderbreker
of aansluitingen verwisseld
-
op ontvanger (vast, verwisseld)
-
Thermokoppel gebroken in
thermokoppelonderbreker.
Zo ja: vervang.
-
Thermokoppelonderbreker
defect. Vervang
Controleer door thermokoppel
direct in regelblok te draaien
en toestel handmatig te
ontsteken (zie 2.04)
Ontstekingsprocedure
Na uitschakelen/uitgaan is de
afstandsbediening gedurende 120
sec geblokkeerd (oudere toestellen
60sec). Wacht 2 min. en probeer
opnieuw.
Ja
2.06 Waakvlam kan
2.08 Ontsteekt de waakvlam
ontstoken worden.
de hoofdbrander (vlot)?
Blijft waakvlam aan?
Nee
2.07 Controleer het
thermokoppelsysteem
Stap 1: Controleer de waakvlam
en het thermokoppel
-
Waakvlam te klein:
-
vervuild. Maak schoon (zie
2.04)
-
controleer op gaslek
-
waakvlamleiding geknikt of
vuil
-
voordruk te laag
-
Tip niet (voldoende) in
correcte (!) waakvlam. Buig in
de vlam.
Stap 2: Controleer circuit op
kortsluiting of onderbrekingen
-
thermokoppel vast in
onderbreker
-
onderbreker vast in regelblok
-
zwart-rode/gele stuurkabels
aangesloten (onderbreker en
ontvanger)
-
kortsluiting bij onderbreker
Stap 3: Controleer ontvanger
Maak zwart-rode/gele stuurkabels
los van ontvanger en verbind
onderling door.
Ontsteek in handmatige mode (zie
2.04)
-
Waakvlam blijft aan:
ontvanger is defect (vervang),
de rest van het
thermokoppelsysteem is OK.
-
Waakvlam gaat uit: Stap 4.
Stap 4: Controleer thermokoppel
en regelblok
Draai het koppel direct in het
regelblok en ontsteek in
handmatige modus (2.04,
waakvlambrander met lucifer
aansteken):
-
Waakvlam blijft aan:
Thermokoppel- onderbreker is
defect.
-
Waakvlam gaat uit:
-
thermokoppel is defect
-
magneetklep in regelblok is
defect
Ga naar stap 5.
Stap 5: Controleer thermokoppel
Controleer het koppel door het te
vervangen of door meten spanning
(>5mV bij aangesloten koppel).
(zie Bijlage 3, Afb. 42)
Stap 6:
Thermokoppel niet defect:
magneetklep in regelblok is defect.
Vervang het regelblok.
8-aderige zwarte besturingskabel
-
Niet aangesloten op
regelblok/ontvanger.
-
Slecht of geen contact.
Controleer of aansluitpennen
ontvanger (verbogen?)
-
Eén van de 8 gekleurde
draadjes los in een connector.
Controleer door trekken
(draadje voor draadje, beide
einden)
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G
2.10 Ontsteekt hoofdbrander
Ja
gelijkmatig en vlot over de
volle lengte, na eerste
ontsteking door waakvlam?
Nee
2.09 Ontstekingsprocedure
-
Ovale knop op regelblok
staat op "MAN". Draai op
"ON" en probeer opnieuw.
Vertraagde ontsteking
hoofdbrander(s)
Gas naar de hoofdbrander opent
ca. 3-5sec nadat de servomotor
(motorgeluid!) begint te lopen.
Hierna moet(en) de brander(s), in
ieder geval gedeeltelijk, binnen 10
sec en zonder een 'stevig'
plofgeluid (WHOEFF) ontsteken. Zo
nee: vertraagde ontsteking van de
hoofdbrander. Potentieel
gevaarlijke situatie. Stop
ontstekingsprocedure onmiddellijk
en controleer allereerst:
-
Juiste posite van blokken of
kiezels
-
Brandergaatjes (plaatselijk)
geblokkeerd.
-
Verwijder (vermiculiet)stof.
-
Vermiculiet ontbreekt
-
Chips op brander
-
Vermiculiet niet gelijkmatig
over brander(s) verdeeld.
'
PowerVent
®
(indien aanwezig)
®
Raadpleeg handleiding PowerVent
hoe onderstaande controles
uitgevoerd kunnen worden.
Controleer:
-
230V naar besturingsunit en
ventilator
-
Drukmeetslangetjes:
-
verkeerd aangesloten
-
lek of geblokkeerd
-
Drukinstelunit te hoog
ingesteld
-
Weerstand afvoersysteem te
hoog - toestelafstelling
(restrictie + remplaten)
-
lengte/ aantal bochten te
groot
-
vervuild (bijv spinnewebben)
-
Werking ventilator
-
Werking gasmagneetklep
-
Werking besturingsunit
-
Werking druksensor
Ja
Nee
2.11 Vlamoverloop
Brander(s) niet goed
-
Ga naar box 2.09 en
neem de acties zoals
beschreven bij
'Vertraagde ontsteking
hoofdbrander(s)'.