Builder, Controleren & Justeren
3. Speel het instrument in met behulp van het elektronische doosniveau. Zie hoofd-
stuk "5.2 Instrument opstellen" voor verdere informatie.
Inspectie van het laserlood moet worden uitgevoerd op een helder, glad en
horizontaal oppervlak, bijvoorbeeld een vel papier.
4. Markeer het midden van de rode spot op de grond (2).
5. Draai het instrument langzaam 360°, terwijl u de beweging van de laserspot goed
observeert (3).
De maximale diameter van de cirkelbeweging van de spot mag niet groter
zijn dan 3 mm op een afstand van 1.5 m.
6. Als het midden van de laserspot duidelijke een cirkelbeweging maakt, of verder
van de eerdere markering beweegt dan 3 mm, dan kan justeren mogelijk nood-
zakelijk zijn. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Leica Geosystems geauto-
riseerde service werkplaats.
De diameter van de laserspot op de grond kan variëren, afhankelijk van helder-
heid en soort materiaal. Op een afstand van 1.5 m is deze ongeveer 2.5 mm.
194