3 Monteren
8
3
Monteren
3.1
Montagevoorbereidingen - paraboolantenne
Het instrument wordt ook in uitvoeringen geleverd, waarbij de anten-
ne een grotere diameter dan de procesaansluiting heeft (schroef-
draad, flens). Voor de montage moet daarom de antenne van de flens
worden gedemonteerd. Ga als volgt te werk:
1. VEGAPULS SR 68 met de flens vastzetten, bijv. in een bank-
schroef.
2. Verbindingsstuk (1) met een steeksleutel (SW 22) op de vlakke
kanten vasthouden.
3. Borgmoer (3) met steeksleutel (SW 36) volledig in de richting van
de antenne losdraaien.
4. Wartelmoer (2) met steeksleutel (SW 41) volledig in de richting
van de antenne losdraaien.
5. Paraboolantenne (4) axiaal wegtrekken.
6. Sensorflens op adapterflens monteren en vastzetten.
7. Controleer, of de O-ringafdichting op het verbindingsstuk aanwe-
zig en onbeschadigd is.
Opmerking:
Een beschadigde O-ring afdichting moet worden vervangen: FKM
(SHS FPM 70C3 GLT), FFKM (Kalrez 6375)
8. Paraboolantenne (4) weer plaatsen.
9. Wartelmoer (2) met schroefsleutel (SW 41) vastdraaien, maxi-
maal aandraaimoment zie hoofdstuk "Technische gegevens"
10. Borgmoerr (3) met schroefsleutel (SW 36) vastdraaien, maximaal
aandraaimoment zie hoofdstuk "Technische gegevens"
Opmerking:
Let er bij de uitvoering met spoelluchtaansluiting op, dat de gaten in
de antenne en in de procesaansluiting samenvallen. Alleen zo is vol-
doende luchtdoorstroming mogelijk (de lucht wordt via de gaten naar
het feedsystem geleid. Spoelen van de paraboolantenne als geheel is
niet de bedoeling).
VEGAPULS SR 68 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART