In bedrijf nemen met andere systemen ................65 DD-bedieningsprogramma's ..................65 Field Communicator 375, 475 ..................65 Diagnose en service ......................66 Onderhoud ........................66 Statusmeldingen ......................66 Storingen oplossen ......................70 Elektronica vervangen ....................71 SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 3
11.4 Handelsmerken ......................84 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving: Let bij Ex-toepassingen op de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze worden met elk instrument met Ex-toelating als document mee- geleverd en zijn bestanddeel van de handleiding. Uitgave: 2022-11-22 SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. • Lijst De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde. Handelingsvolgorde Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen. Afvoer Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno- digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen. Correct gebruik De SOLITRAC 31 is een sensor voor continue niveaumeting. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk " Productbeschrijving" opgenomen. De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt.
DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi- lieu-instructies in deze handleiding. • Hoofdstuk " Verpakking, transport en opslag" • Hoofdstuk " Afvoeren" SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De optionele roestvaststalen typeplaat is vast op de behuizing ge- schroefd en het opschrift blijft duurzaam leesbaar. De roestvaststalen typeplaat kan niet naderhand worden aange- bracht. Fig. 2: Positie van de roestvaststalen typeplaat Roestvaststalen typeplaat SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Handleiding en beknopte handleiding op het tijdstip van uitlevering (PDF) • Testcertificaat (PDF) - optie Ga naar " www.vega.com" en voer in het zoekveld het serienummer van uw instrument in. Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone. •...
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %. Tillen en dragen Bij een gewicht van de instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moe- ten voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden gebruikt. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Bij omgevingstemperaturen tot +100 °C kunt u een waterkoeling toepassen. Controleer of u voldoende gekoeld water ter beschikking heeft. Meer informatie vindt u in de aanvullende handleiding van de waterkoeling. De waterkoeling kan niet naderhand worden geïnstal- leerd. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De afscherming voor PROTRAC-detectoren is een mechanisch schild om de invloeden van externe straling op de sensor te verminderen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij externe stralingsbronnen, achter- grondstraling of andere radiometrische meetsystemen. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De eigenaar van de installatie moet een verantwoordelijke voor de de stralingsbescherming stralingsbescherming benoemen, die de noodzakelijke vakkennis heeft. Deze is verantwoordelijk voor de stralingsbeschermingsveror- dening en voor alle maatregelen voor de stralingsbescherming. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 13
(in Duitsland is dit bijv. de stralingsbeschermingsverorde- ning). Voor meer informatie over stralingsbescherming en de voorschriften in andere landen staan wij u graag ter beschikking. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Daarbij behoren in het bijzonder: • Meetactieve deel • Procesaansluiting • Procesafdichting Procesomstandigheden zijn in het bijzonder: • Procesdruk • Procestemperatuur • Chemische eigenschappen van het medium • Abrasie en mechanische inwerkingen SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Naast de volgende montage-instructies moet u ook de instructies op dit "Source-Sizing"-document aanhouden. Zolang in het "Source-Sizing"-document niet iets anders is aangege- ven, gelden de volgende montage-instructies. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 16
VEGASOURCE. U kunt de SOLITRAC 31 met de kop van de behuizing naar boven of beneden gericht monteren. De inbouwpositie met de kop naar beneden heeft onder andere als voordeel, dat de behuizing voor de bediening beter toegankelijk is.
Met een cascade wordt het samen schakelen van twee of meer instrumenten bedoeld, die samen een langer meettraject kunnen afdekken. Het exacte aantal mogelijke secondaries vindt u in de " Safety Ma- nual". SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 18
Monteer de SOLITRAC 31 zodanig, dat de detectiebuis zich in het stralingsgebied van de stralingsbronhouder bevindt. Monteer de SOLITRAC 31 bij voorkeur naast elkaar en let erop, dat geen enkele detectiebuis door een andere sensor wordt bedekt. Tank met warmteisolatie Bij tanks met een temperatuurisolatie moet u de sensor en de stra- lingsbronhouder bij voorkeur buiten de tankisolatie monteren.
Pagina 19
SOLITRAC 31 een water- of luchtkoeling aan. Het koelsysteem moet ook in de berekening van de meetplaats wor- den meegenomen. Neem contact op met onze specialisten over de dimensionering van de koeling. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De 4 … 20 mA stroomuitgang wordt met standaard 2-aderige kabel zonder afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326-1 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Specificaties van de potentiaalverbindingen binnen het instrument vindt u in het hoofdstuk " Technische gegevens". SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De klemmenopening wordt daardoor vrijgegeven. Wanneer u de schroevendraaier uittrekt, wordt de klemmenopening weer gesloten. 7. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door licht hieraan te trekken SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Signaaluitgang 4 … 20 mA/HART passief Signaalingang 4 … 20 mA Schakelingang voor NPN-transistor Schakelingang potentiaalvrij Transistoruitgang Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC) 10 Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC) MGC = Multi Gauge Communication SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 24
Fig. 12: Elektronica- en aansluitruimte (Ex d) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige stroomuitgang Voedingsspanning Relaisuitgang Signaalingang 4 … 20 mA Schakelingang voor NPN-transistor Schakelingang potentiaalvrij Transistoruitgang Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC) Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC) MGC = Multi Gauge Communication SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 25
Fig. 13: Bedienings- en aansluitruimte (Ex ia) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige stroomuitgang Aansluitklemmen voor intrinsiekveilige signaaluitgang 4 ... 20 mA/HART (actief) Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid Aardklem SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Aansluiting op een PLC Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden geschakeld, wordt de goudlaag op de relaiscontactvlakken permanent bescha- digd. Het contact is daarna niet meer geschikt voor het schakelen van laagspanningscircuits. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 27
Fig. 16: Elektronica- en aansluitruimte (Ex d) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige stroomuitgang Voedingsspanning Relaisuitgang Signaalingang 4 … 20 mA Schakelingang voor NPN-transistor Schakelingang potentiaalvrij Transistoruitgang Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC) Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC) MGC = Multi Gauge Communication SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Stel het adres (MGC) op het primary-instrument in op "99". De seconday-instrumenten moeten daarvoor als "Summation se- condary" worden gedefinieerd. Kies daarvoor onder het menupunt " Inbedrijfname - Toepassing" de functie "Summation secondary". SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 29
Let erop, dat alle instrumenten dezelfde softwareversie gebruiken. De softwareversie 2.0 is niet downwards compatibel. Sluit de instrumenten aan conform het volgende aansluitschema: Fig. 18: Elektronica- en aansluitruimte bij cascade-opstelling van meerdere instrumenten. M Primary-instrument S Secondary-instrument SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 30
5 Op de voedingsspanning aansluiten Informatie: De aansluiting kan als alternatief ook bijvoorbeeld stervormig worden uitgevoerd. Let daarbij op de polariteit. De keuze van de beide klemmenparen is willekeurig. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Fig. 19: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten Opmerking: Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings- module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan is een verhoogd deksel met venster nodig. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Deze bediend de vier toetsen van de display- en bedieningsmodule door het gesloten deksel met kijkglas van de behuizing heen. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Voer een inbedrijfname uit in de hierna genoemde volgorde. Hoofdmenu Het hoofdmenu is in vijf bereiken verdeeld met de volgende functio- naliteit: Inbedrijfname: instellingen bijv. meetplaatsnaam, isotoop, toepas- sing, achtergrondstraling, inregeling, signaaluitgang Display: instellingen bijv. voor taal, meetwaarde-aanwijzing SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
• Speciale tekens + - / _ spatie Isotoop In dit menupunt kunt u de SOLITRAC 31 op de in de stralingsbron- houder ingebouwde isotoop instellen. Controleer daarvoor, welke isotoop in de stralingsbronhouder is ingebouwd. Deze informatie vindt u op de typeplaat van de stralings- bronhouder.
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule De SOLITRAC 31 heeft deze informatie nodig voor de automatische zelfcompensatie. Dat maakt en foutloze meting mogelijk over de gehele gebruiksduur van de gammastraler. Een jaarlijkse kalibratie komt te vervallen. Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende...
De tank is zo mogelijk geheel gevuld (100%) of geheel leeg (0%). Afhankelijk of uw tank vol of leeg is, kunt u eerst de vol- of leeginrege- ling uitvoeren. De SOLITRAC 31 sorteert de punten automatisch op vulhoogte. Kies " Tabel weergeven", om de linearisatiepunten weer te geven en te bewerken.
Pagina 37
Er zijn maximaal 32 lineariseringspunten mogelijk. Diagram weergeven Dit menupunt is pas dan beschikbaar, wanneer al een linearisering is uitgevoerd. Tabel weergeven In dit menupunt kunt u de waardeparen van de linearisering afzonder- lijk weergeven. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 38
De functie verschuift de lineariseringscurve naar dit bepaalde punt. Daarmee kan de meting exact aan de omstandigheden in de tank worden aangepast. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In dit menupunt kunt u de relaisuitgang activeren en de functie en de schakelpunten daarvan instellen. Wanneer het uitsturen van de proceswaarde is ingesteld, kunt u kiezen tussen overvulbeveiliging of droogloopbeveiliging. De relaisuitgangen van de sensor reageren overeenkomstig. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 40
Data vanuit de sensor in de display- en bedieningsmodule inlezen Voordat u de sensor bij vrijgegeven toestand blokkeert, kunt u de viercijferige PIN veranderen. Onthoud de ingevoerde PIN-code goed. Bediening van de sensor is alleen nog maar met deze PIN-code mogelijk. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
" OK". In geval van storing vindt u op deze positie de bijbehorende storingscode. Sleepaanwijzer De aanwijsfunctie houdt de maximale en minimale waarden tijdens bedrijf vast. • Pulsfrequenties - min./max. • Temperatuur - min./max./actueel SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
U kunt verschillende waarden simuleren: Pulsfrequentie van de sensor Proceswaarde Stroomuitgang Schakelfunctie van het relais Informatie: 60 minuten na de laatste toetsbediening wordt de simulatie automa- tisch afgebroken. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De volgende tabel toont de defaultwaarden van het instrument. De waarden gelden voor de toepassing " Niveau". De toepassing moet eerst worden gekozen. Afhankelijk van de uitvoering van het instrument zijn niet alle menu- punten beschikbaar resp. verschillend bezet: SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Linearisatiecurve Leeg HART-bedrijfsstand Standaard Adres 0 HART-bedrijfsstand Met deze functie kunt u de bedrijfsstand kiezen. De HART-bedrijfsstanden Standard en Multidrop zijn beschikbaar in de sensor. De defaultinstelling is standaard met adres 0. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 45
• Kalibratiedatum - toont de kalibratiedatum en de datum van de laatste verandering • Instrumentspecificaties - toont aanvullende specificaties van het instrument, zoals bijv. toelating, elektronica ... Voorbeelden voor de infoweergave: SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In dit menupunt kunt u de functie van de stroomuitgang activeren. Wanneer de uitgang wordt geactiveerd, blijft het instrument in functie als secondary, maar de 4...20 mA-uitgang van de SOLITRAC 31 kan ook als afzonderlijk instrument worden gebruikt. Wanneer de uitgang actief is, heeft het instrument de volledige func- tionaliteit van een niveaumeetinstrument.
Pagina 48
Sleepwijzer meetwaarde: resetten van de parameterinstellingen in het menupunt " Inbedrijfname" naar de defaultwaarden van het betreffende instrument. De opdrachtgerelateerde instellingen blijven behouden, maar worden niet in de actuele parameters overgenomen. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 49
Bovenste schakelpunt - temperatuur 25 °C Bediening blokkeren Vrijgegeven Adres - Summation Secondary niet bezet Display Taal Gekozen taal Aanwijswaarde Pulsfrequentie Aanwijseenheid ct/s Overige instellingen Temperatuureenheid °C Linearisatiecurve Leeg HART-bedrijfsstand Standaard Adres 0 SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Indien dit niet het geval is, kunt u de taal in het menupunt " Display - taal van het menu" veranderen. Begin met de inbedrijfname van de SOLITRAC 31. In het hoofdmenupunt " inbedrijfname" moeten voor een optimale instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeen- volgend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters.
Pagina 51
• Speciale tekens + - / _ spatie Isotoop In dit menupunt kunt u de SOLITRAC 31 op de in de stralingsbron- houder ingebouwde isotoop instellen. Controleer daarvoor, welke isotoop in de stralingsbronhouder is ingebouwd. Deze informatie vindt u op de typeplaat van de stralings- bronhouder.
(eenpuntsinregeling) inregeling (inbedrijfname - type inregeling) de " Eenpuntsinregeling'' heeft gekozen. In dit menupunt legt u het punt vast, waarbij de SOLITRAC 31 in onbedekte toestand moet schakelen. Maak de tank leeg, tot de sensor niet meer is bedekt. Daarvoor geeft u de gewenste pulsfrequentie handmatig in of u laat deze door SOLITRAC 31 bepalen.
In dit menupunt kunt u instellen, bij welke minimale pulsfrequentie (ct/s) de sensor moet omschakelen. Vul de tank, tot de SOLITRAC 31 is bedekt. Daarmee krijgt u voor de inregeling bedekt de minimale pulsfrequen- tie (ct/s). Voer de pulsfrequentie handmatig in of u laat deze door de SO- LITRAC 31 bepalen.
In dit menupunt kunt u instellen, bij welke maximale pulsfrequentie (ct/s) de sensor moet omschakelen. Maak de tank leeg, tot de SOLITRAC 31 niet meer is bedekt. Daarmee krijgt u voor de inregeling niet-bedekt de maximale pulsfre- quentie (ct/s).
Pagina 55
Onthoud de ingevoerde PIN-code goed. Bediening van de sensor is alleen nog maar met deze PIN-code mogelijk. Opgelet: Bij actieve PIN is de bediening via PACTware/DTM en via andere systemen tevens geblokkeerd. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 56
• Pulsfrequenties - min./max. • Temperatuur - min./max./actueel Inregelgegevens Hier kunt u de inregelwaarde van de sensor oproepen. Dat is de pro- centuele waarde van de maximale pulsfrequentie, waarbij de sensor omschakelt. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
U kunt verschillende waarden simuleren: Pulsfrequentie van de sensor Stroomuitgang Schakelfunctie van het relais Informatie: 10 minuten na de laatste toetsbediening wordt de simulatie automa- tisch afgebroken. Berekende demping De sensor berekent automatisch een geschikte integratietijd. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 58
De volgende tabel toont de defaultwaarden van het instrument. De waarden gelden voor de toepassing " Grensniveau". De toepassing moet eerst worden gekozen. Afhankelijk van de uitvoering van het instrument zijn niet alle menu- punten beschikbaar resp. verschillend bezet: SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 59
Bij de bedrijfsmodus Multidrop communiceren meerdere sensoren via een tweedraadskabel via het HART-protocol. In de bedrijfsstand Multidrop kunnen max. 15 sensoren op een 2-draadskabel worden aangesloten. Iedere sensor moet een adres tussen 1 en 15 krijgen toegekend. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In display- en bedienings- Wanneer het instrument is uitgevoerd met een display- en bedie- module ningsmodule, dan kunnen de parametreergegevens daarin worden opgeslagen. De procedure wordt in het menupunt " Instrumentinstel- lingen kopiëren" beschreven. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 61
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De verdere inbedrijfname wordt in de gebruiksaanwijzing " DTM-Col- lection/PACTware" beschreven, die met iedere DTM Collection wordt meegeleverd en via internet kan worden gedownload. Een aanvullen- de beschrijving is in de online-help van PACTware en de VEGA-DTM's opgenomen. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De volledige versie kunt u op een CD krijgen via uw vertegenwoordiging. Parametergegevens opslaan Het verdient aanbeveling de parameters via PACTware te documen- teren resp. op te slaan. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en staan voor servicedoeleinden ter beschikking. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Deze software wordt via het internet geactualiseerd en nieuwe EDD's worden na vrijgave door de fabrikant automatisch in de instru- mentcatalogus van deze software overgenomen. Deze kunnen dan naar een Field Communicator worden overgedragen. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
(bijv. tijdens de simulatie). Deze statusmelding is standaard niet actief. Buiten de specificatie (out of specification): de meetwaarde is onzeker, omdat de instrumentspecificaties zijn overschreden (bijv. elektronicatemperatuur). Deze statusmelding is standaard niet actief. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 67
Verbindingskabel met secondary-instru- Verbindingskabel met secondary-instru- ment onderbroken ment controleren Secondary meldt storing Instrument niet als secondary-instru- Instrument als secondary definiëren ment gedefinieerd Secondary-instrumenten controleren Een van de secondary-instrumenten meldt een fout SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 68
Fout in de veldbuscommunicatie Instrument opnieuw starten Communicatiefout Neem contact op met onze service F114 Accu ontladen Real-time klok opnieuw instellen Fout Real-time klok F120 Verkeerde of ontbrekende instrumentin- Inregeling uitvoeren regeling Filtertijdfout SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 69
Tekstmelding C029 Simulatie actief Simulatie beëindigen Simulatie Automatisch einde na 60 min. afwachten Tab. 5: Foutcodes en tekstmeldingen, instructies betreffende oorzaak en oplossing Out of specification Code Oorzaak Oplossen Tekstmelding S017 Nauwkeurigheid buiten de specificatie Inregelgegevens corrigeren Nauwkeurigheid buiten de specificatie SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Voedingsspanning te laag Controleren, evt. aanpassen resp. belastingsweerstand te hoog Stroomsignaal groter dan 22 Instrument op storingsmelding Storingsmelding op de display- en bedienings- mA of kleiner dan 3,6 mA. module aanhouden SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan 24-uurs service hotline in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder tel.nr. +49 1805 858550. De hotline staat ook buiten de gebruikelijke kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur per dag ter beschikking.
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen uit te voeren. Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk: • Omschrijving van de opgetreden storing. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 73
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatie- blad buiten op de verpakking aanbrengen. • Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi- ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 76
Meeteenheid De meetgrootheid is de intensiteit van de gammastra- ling van een isotoop. Wanneer de intensiteit van de straling bijv. door stijgend medium afneemt, verandert de meetwaarde van de SOLITRAC 31 proportioneel met het niveau. Fig. 26: Data betreffende ingangsgrootheid Minimale niveau (rode markeringslijn)
Pagina 77
Ʋ TV (Third Value) Uitgangswaarde vrij instelbaar, bijv. pulssnelheid Ʋ QV (Quaternary Value) Uitgangswaarde vrij instelbaar, bijv. pulssnelheid Aangehouden HART-specificatie Meer informatie omtrent Manufacturer ID, Zie website van de HART Communication Foundation instrument-ID, instrumentrevisie SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 78
Invloeden op de meetnauwkeurigheid Specificaties gelden ook voor de stroomuitgang Temperatuurdrift - stroomuitgang ±0,03 %/10 K gerelateerd aan het 16 mA-bereik max. ±0,3 % Afwijking op de stroomuitgang door <±15 µA analoog-digitaal omvorming SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 79
Tijdsperiode na sprongsgewijze verandering van de meetafstand met max. 0,5 m bij vloeistoftoepassingen, max. 2 m bij stortgoedtoepassingen, tot het uitgangssignaal voor de eerste keer 90% van de stabiele waarde heeft aangenomen (IEC 61298-2). Getest conform de richtlijnen van de Germanischen Lloyd, GL-karakteristiek 2. SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Overspanningscategorie 11.2 Afmetingen De volgende maattekeningen geven slechts een deel van de mogelijke uitvoeringen weer. Gedetail- leerde maattekeningen kunnen via www.vega.com/downloads en " Tekeningen" worden gedown- load. Micro-omgeving in behuizing: vervuilingsgraad 2 Voorwaarde voor het behouden van de beschermingsklasse is een passende kabel.
Pagina 81
11 Bijlage Aluminium of RVS-behuizing M20x1,5/ 119 mm ½ NPT (4.69") 169 mm (6.65") 116,5 mm 175 mm (4.59") (6.89") 90 mm 100 mm (3.54") (3.94") 143,5 mm (5.65") Fig. 27: Aluminium behuizing resp. rvs-behuizing (fijngietwerk) SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 83
70 mm (2.76") 195 mm (7.68") 152,5 mm (6.00") 127 mm (5.00") 51 mm (2.01") 14 mm 14,3 mm (0.55") (0.56") Fig. 29: SOLITRAC 31 met meegeleverde montagetoebehoren L1 Afstand van de montageklemmen SOLITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel- le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com. VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu- strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.