10. Storingen en oplossingen
EVBox beveelt ten zeerste aan om de installatie te laten uitvoeren door een gekwalificeerde en erkend
elektriciën of een EVBox installatie partner.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Het laadstation
Geen stroom naar het
reageert niet
laadstation
Het laadstation
•
mag geen
duidelijke toon
uitzenden
•
wanneer
deze wordt
ingeschakeld
•
De aard-
•
lekschakelaar
valt constant uit
•
•
De rode LED-
•
ring begint
onmiddellijk
te knipperen
wanneer de
•
kaart
bij de lezer
wordt
gehouden
Bekijk de volgende pagina voor meer instructies over het oplossen van problemen.
Stuurstroom-
onderbreker (C6) is
uitgeschakeld
12V staat niet aan
(controleer of het licht
van 12V voeding uit is)
Kleine stekkers op
de controller zijn niet
goed ingedrukt
Aardingsfout in het
laadstation
Speciale aardings
weerstand vereist voor
het voertuig
Fout in het voertuig of
defecte laadkabel
De laadkaart is niet
geautoriseerd om
bij dit laadstation te
laden.
Er is geen
communicatie met de
backend
Oplossing
•
Zijn de aardlekschakelaar en
stroomonderbreking in de meterkast
ingeschakeld? (te controleren door de
gebruiker.)
•
Is de hoofdschakelaar van het laadstation
ingeschakeld? (Indien geïnstalleerd,
dan moet dit worden gedaan door een
elektriciën.)
•
Staat de toevoerkabel die het laadstation
van stroom voorziet onder spanning?
•
Schakel het laadstation opnieuw in.
•
Is de stuurstroom-onderbreker (C6)
ingeschakeld? Er is een duidelijke toon
wanneer de stroomonderbreking wordt
ingeschakeld.
•
Staat er 230V op de aansluitklemmen van de
stroomvoorziening? Als dit niet het geval is,
controleer dan de stroomonderbreker.
•
Staat er 12V op de uitgangsklemmen van
de stroomvoorziening? Als dit niet het
geval is, schakel dan de C6 schakelaar uit,
wacht twee minuten, en schakel hem weer
opnieuw in. Als er nog steeds geen 12V
DC op de uitgangsklemmen staat, moet de
voedingsunit worden vervangen.
•
Alle stekkerverbindingen, met name op de
controller, moeten vastgedrukt zijn.
•
Controleer de elektrische bedrading op
schade.
•
Vervang de beschadigde bedrading.
•
Vocht of condensatie op elektrische
aansluitingen. Droog de aansluitingen indien
nodig.
•
Vervang de laadkabel.
•
Meet de weerstand van de aarding en
vergelijk deze met de weerstand die vereist
is door de leverancier van het voegtuig,
bijvoorbeeld < 150 Ohm voor de Renault
Zoe.
•
Controleer of de laadkaart correct
is geregistreerd (geautoriseerd voor
gebruik van de openbare laadstations) (te
controleren door de gebruiker.)
•
Controleer de instellingen van uw
laadstation in uw online account. (te
controleren door de gebruiker.)
•
Controleer of de communicatiemodule is
verbonden met het cellulaire netwerk.
NL
27