7
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
44
a
c
b
d
e
f
f
g
a Lagedrukmanometer
b Meterverdeelstuk
c Hogedrukmanometer
d Lagedrukklep (Lo)
e Hogedrukklep (Hi)
f Vulslangen
g Vacuümpomp
h Kleppendeksels
i Servicepoort
j Gasafsluiter
k Vloeistofafsluiter
1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 MPa (−1 bar)
aangeeft.
2 Wacht 4-5 minuten en controleer de druk:
Indien de druk...
Niet verandert
Stijgt
3 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een meterdruk van −0,1 kPa (–
1 bar).
4 Controleer na het uitschakelen van de pomp de druk gedurende minstens
1 uur.
5 Indien u het beoogd vacuüm NIET kunt bereiken of het vacuüm NIET
gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende:
▪ Controleer opnieuw op lekken.
▪ Vacuümdroog opnieuw.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding en het vacuümdrogen de
afsluiters te openen. Wanneer u het systeem probeert te gebruiken met gesloten
afsluiters kan de compressor schade oplopen.
INFORMATIE
Na het openen van de afsluiter is het mogelijk dat de druk in de koelmiddelleidingen
NIET toeneemt. De reden hiervan kan bijv. zijn dat de expansieklep in het circuit van
de buitenunit gesloten is, maar dit vormt GEEN enkel probleem voor de goede
werking van de unit.
h
k
i
j
h
Er zit geen vocht in het systeem. Deze
procedure is voltooid.
Er zit vocht in het systeem. Ga verder
met de volgende stap.
Dan...
RXF50~71D5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-18T – 2022.06