MAKERWARE VERKENNEN
52
VERVOLG
Reset Position (Positie resetten): Hiermee
keert het voorwerp terug naar de laatst
opgeslagen positie op de bouwplaat.
TURN (DRAAIEN) [Afb. 7.5]
Klik op de knop Turn (Draaien) of druk op de
T-toets om de modus Turn (Draaien) te starten.
In de modus Turn (Draaien) kunt u het volgende
doen:
• Klik met de linkermuisknop en sleep om het
voorwerp te draaien rond (0, 0, 0) de x-, y- en
z-as.
• Klik opnieuw op de knop Turn (Draaien) of
druk op de T-toets om het submenu Change
Rotation (Rotatie wijzigen) te starten.
X: Hiermee geeft u de rotatie rond de x-as op,
in graden.
Y: Hiermee geeft u de rotatie rond de y-as op,
in graden.
Z: Hiermee geeft u de rotatie rond de z-as op,
in graden.
Afb. 7.5
Reset Rotation (Rotatie resetten). Hiermee
stelt u de rotatie opnieuw in.
rond (0, 0, 0).
SCALE (SCHALEN) [Afb. 7.6]
Klik op de knop Scale (Schalen) of druk
op de S-toets om de modus Scale (Schalen)
te starten. In de modus Scale (Schalen)
kunt u het volgende doen:
• Klik met de linkermuisknop en sleep om
de schaal van het voorwerp te wijzigen.
• Klik opnieuw op de knop Scale (Schalen) of
druk op de S-toets om het submenu Change
Dimensions (Dimensies wijzigen) te openen.
X: Hiermee geeft u de grootte langs de x-as
op, in millimeter.
Y: Hiermee geeft u de grootte langs de y-as
op, in millimeter.
Z: Hiermee geeft u de grootte langs de z-as
op, in millimeter.
Uniform scaling (Uniforme schaling).
Hiermee behoudt u de verhoudingen van het
voorwerp. Als u een dimensie wijzigt, behouden
Afb. 7.6
de andere twee dimensies hun relatieve grootte.