Kookplaat verwijderen
Verwijder de pannendragers, de handgrepen en de
1.
branderdelen.
Draai de branderaansluitingsschroeven op de kookplaat los.
2.
Voor modellen met elektrische kookplaat (optie): Draai nadat
3.
de branderschroeven zijn losgedraaid de kookplaat om en
verwijder de aansluitmoer van de elektrische kookplaat.
Houd de kookplaat met beide handen vast en licht deze
4.
voorzichtig op.
Bypass-koppen vervangen
De bypass-koppen met een schroevendraaier (nr. 2) met
1.
rechte punt losdraaien. De bypass-koppen afnemen.
De juiste nieuwe bypass-koppen bij het gastype waarnaar
2.
wordt omgeschakeld uit de tabel kiezen. Zie het hoofdstuk
"Technische gegevens – gas".
10
Ga na of de afdichtingen van de bypass-koppen correct
3.
geplaatst zijn en goed functioneren. Alleen bypass-koppen
gebruiken met afdichtingen die volledig intact zijn.
De nieuwe bypass-koppen inbrengen en goed vastdraaien.
4.
Zorg ervoor dat alle bypass-koppen op de juiste kranen
bevestigd zijn.
ln deze fase beslist controleren op dichtheid. Zie het
5.
hoofdstuk "Dichtheids-controle".
De kookplaat monteren
Montage in omgekeerde volgorde.
Let erop dat de leidingen niet beschadigd raken en de
1.
verbindingen niet losraken.
De ontstekingsgroep langzaam inschakelen.
De kookplaat langzaam op de branders plaatsen. De
2.
brander-schroeven van de kookplaat aanbrengen.
Attentie!
Let erop dat de ontstekingskaarsen en thermo-element-
afdichtingen onder de kookplaat niet naar beneden vallen.
Voor uitvoeringen met een elektro-kookzone (optioneel):
3.
nadat u de branderschroeven ingeschroefd heeft de
kookplaat omdraaien en de aansluitmoer van de elektro-
kookzone aanbrengen.
Nadat de bypass-koppen zijn ingesteld en vervangen
De branderonderdelen aan de hand van hun grootte op de
1.
juiste plaats zetten en de ontstekingskaarsen in de
bijbehorende openingen naast de branderonderdelen
plaatsen.De geëmailleerde branderdeksels (let op de
grootte) midden op de juiste branderonderdelen plaatsen.
Pannenhouders of -roosters terugplaatsen.
2.
De schakelaars voorzichtig inbrengen.
3.
In deze fase beslist de werking van de gasbranders
4.
controleren. Zie het hoofdstuk "Veilig functionerende
branders".
Controleer of het apparaat correct werkt.
5.