Lektest en functiecontrole
:
Explosiegevaar!
Vermijd vonkvorming. Een open vuur is niet toegestaan.
Voer de lektest alleen met een geschikte lekspray uit.
Wat te doen bij een gaslek
Sluit de gastoevoer.
Lucht het vertrek goed door.
Controleer nog eens de gas- en sproeieraansluitingen. Herhaal
de lektest.
De lektest moet door twee personen met inachtneming van de
volgende instructies worden uitgevoerd.
Gasaansluiting controleren
Open de gastoevoer.
1.
Bespuit de gasaansluiting met een lekspray.
2.
Indien zich kleine belletjes of schuim vormen, duidt dit op een
gaslek. Volg de instructies op in het hoofdstuk "Wat te doen bij
een gaslek ".
Correcte vlamvorming
Branders
De werking van de branders en de roetvorming moet na
omzetting van het gastype bij elke brander worden
gecontroleerd.
Doet zich een probleem voor, dan moeten de waarden van de
koppen met de waarden in de tabel worden vergeleken.
De gasbranders ontsteken volgens de beschrijven in de
1.
gebruiksaanwijzing.
Glasafdekking in- en uitbouwen
Aanwijzing: De glasafdekking is optioneel.
De glazen plaat van de afdekking is thermisch gehard. De
glazen plaat kan gemakkelijk uit- en weer ingebouwd worden.
Brandersproeiers controleren
Open de gastoevoer.
1.
Voer de lektest voor elke sproeier afzonderlijk uit.
Sluit de opening van de te controleren brandersproeier
2.
voorzichtig met een vinger of een geschikt voorwerp.
Bespuit de sproeier met een lekspray.
3.
Druk de functiekiezer in en draai deze linksom. Hierdoor
4.
stroomt er gas naar de sproeier.
Indien zich kleine belletjes of schuim vormen duidt dit op een
gaslek. Volg de instructies op in het hoofdstuk"Wat te doen bij
een gaslek ".
Bypass-schroeven controleren
Open de gastoevoer.
1.
Voer de lektest voor elke bypass-schroef afzonderlijk uit.
Sluit de opening van de te controleren brandersproeier
2.
voorzichtig met een vinger of een geschikt voorwerp.
Bespuit de sproeier van de te controleren brander met een
3.
lekspray.
Druk de schakelknop in en draai deze linksom. Hierdoor
4.
stroomt er gas naar de sproeier.
Indien zich kleine belletjes of schuim vormen, duidt dit op een
gaslek. Volg de instructies op in het hoofdstuk "Wat te doen bij
een gaslek ".
De schakelaar op kleine vlam zetten.
2.
Controleer of het vlammen-veiligheidssysteem in gebruik is,
door de vlam 1 minuut lang in de stand "Kleine vlam" te
houden.
Controleer of de vlam goed brandt bij grote en kleine vlam.
3.
De vlam dient gelijkmatig en constant te branden.
Draai de schakelaar snel van de grote op de kleine vlam en
4.
terug. Dit meerdere keren herhalen. De gasvlam mag niet
flakkeren en niet uitgaan.
Als de glazen plaat voor de reiniging of voor het vastdraaien
van de scharnieren wordt uitgebouwd, moet de glasafdekking
volledig zijn geopend.
11