Bediening
Installatie en ingebruikstelling
Maximaalbegrenzer
Als een maximaalbegrenzer
noodzakelijk is, dan moet deze tussen
de pomp van de stookkring en de
regelaarschakeluitgang voor de pomp
worden aangesloten.
Stekker I, klem 4 resp. 5
Telefonische afstandsbediening
Met een telefonische afstandsbediening
kan de verwarming in de ver-
warmingsstand h worden geschakeld.
Voor het aansluiten worden de aan-
sluitklemmen van de regelaar voor
afstandsbediening FBR gebruikt (zie
aansluitschema). Zodra aan de
klemmen 2 en 3 van de overeen-
komstige stekker een kortsluiting is
geïdentificeerd, schakelt het bijbe-
horende verwarmingscircuit in de ver-
warmingsstand. Bovendien wordt de
warmtapwaterbereiding geactiveerd.
(Ketelregelaar) nadat de kortsluiting
opgeheven is, werkt de regelaar weer
overeenkomstig het ingestelde
stookprogramma.
E
Wanneer het verwarmingscircuit
door een bedieningsmodule BM
op afstand wordt bediend, dan
moet de telefoonschakelaar op de
bedieningsmodule (BM) worden.
1 2 3 4 5
T
T
1
2
D
D
N L1 L1
37