Bediening
Overzicht van aanduiding / instelwaarden
Opwarmontlasting:
AAN:
T VASTE BR > T-RELAIS 1
UIT:
T VASTE BR <
[T-RELAIS 1 – 5K]
De pomp wordt ingeschakeld als de
temperatuur van de vaste brand-
stofwarmtebron de temperatuur bij de
inlaat van de boiler (T-BUFFER O) de
hysteresis (HYST RELAIS1 + 5K)
overschrijdt. Het afschakelen gebeurt
als de temperatuur 5K onder deze
inschakeltemperatuur komt.
De pomp wordt weer uitgeschakeld
als de temperatuur van de vaste
brandstofwarmtebron 5K onder de
ingestelde grenstemperatuur
(T-RELAIS 1) komt. De pomp wordt
weer vrijgegeven als de temperatuur
van de vaste brandstofwarmtebron
boven de ingestelde grenstemperatuur
(T-RELAIS 1) komt.
Blokkeren van de WP1:
AAN: T VASTE BR +5K > T-KETEL
GEW en Pomp vaste
brandstofketel = ON
UIT:
T VASTE BR < T-KETEL GEW
of Pomp vaste brandstofketel
= OFF
!
De WP1 wordt alleen geblokkeerd
bij integratie van de vaste
brandstofketel in de regelaar van
de WP1. Is de koelfunctie ge-
activeerd, dan werkt deze
eveneens op de functie van de
vaste brandstofketel.
23 = Integratie van zonne-energie
T-COLLEKTOR = temperatuur van de
zonnecollector
T-BUFFER O = temperatuur van de
boiler bij de inlaat (stekker III, pin 2+3)
AAN:
T COLLECTOR
> [T-BUFFER O + HYST
RELAIS1 + 5K]
UIT:
T COLLECTOR
< [T-BUFFER O + HYST
RELAIS1]
De pomp wordt ingeschakeld als de
temperatuur van de zonnecollector de
temperatuur bij de inlaat van de boiler
(T-BUFFER O) overschrijdt met de
hysteresis (HYST RELAIS1 + 5K). Het
afschakelen gebeurt als de temperatuur
5 K onder deze inschakeltemperatuur
komt.
26
Veiligheid / bescherming van de
installatie:
UIT:
T-BUFFER O > T-RELAIS 1
AAN:
T-BUFFER O < [T-RELAIS 1
– 5K]
Uitschakelen gebeurt als de
temperatuur bij de inlaat van de boiler
boven de ingestelde grenstemperatuur
(T-RELAIS 1) komt. De pomp wordt
weer vrijgegeven als de boiler-
temperatuur 5K onder de grens-
temperatuur komt.
24 = Retourwater voorverwarming
WP1
T-RETOUR = retourtemperatuur van
de installatie
AAN:
T-RETOUR < T-RELAIS 1
UIT:
T-RETOUR > [T-RELAIS 1
+ HYST RELAIS1]
De pomp voor retourwater voor-
verwarming wordt ingeschakeld als de
retourtemperatuur onder de ingestelde
grenstemperatuur (T-RELAIS 1) zakt.
Zij wordt weer uitgeschakeld als de
retourtemperatuur de boven de
hysteresis waarde (HYST RELAIS1)
komt.
32 = Directe stookkring
Wordt via een kortsluiting op de
voeleraansluiting van Relais 1
geactiveerd en schakelt de stook-
kringpomp AAN. Na opheffing van de
voelerkortsluiting werkt een nalooptijd.
De WP ontvang een opgaven van de
gewenste temperatuur uit de parameter
"T-RELAIS 1".
FUNC RELAIS2
(Functiekeuze Relais 2)
00 = Geen functie
01 = Collectorpomp
AAN:
Bij warmtevraag door een
verbruiker
UIT:
Zonder warmtevraag van een
verbruiker
Bij warmtevraag van ten minste een
verbruiker in de installatie wordt de
pomp ingeschakeld. Na het uit-
schakelen van de WP werkt de
naloopfunctie.
02 = Circulatie
Schakeling van het relais volgens het
circulatieprogramma
03 = Voedingspomp
AAN:
Bij warmtevraag van een
interne verbruiker
OFF:
Zonder warmtevraag van een
interne verbruiker. Er vindt een
pompennaloop plaats.
05 = Pomp warmtebron 1
Bij gebruik van de regeling voor de
aansturing van twee warmtebronnen
kan het relais voor de aansturing van
de WP-pomp voor warmtebron 1
worden gebruikt.
(Relais schakelt tegelijk met
branderrelais 1; naloop=5 min)
06 = Pomp warmtebron 2
Bij gebruik van de regeling voor de
aansturing van twee warmtebronnen
kan het relais voor de aansturing van
de WP-pomp voor warmtebron 2
worden gebruikt.
(Relais schakelt tegelijk met
branderrelais 2; naloop=5 min)