Bediening
Overzicht van aanduiding / instelwaarden
Functies voor de extra relais
Het relais
1 (temperatuurgestuurd) is
toegewezen aan voeler
VIII, pin 1+2) (zie ook pagina 25). Is er
voor een functie nog een voeler nodig,
dan moet deze aangesloten worden
aan stekker III, pin 2+3.
Aan relais
2 (tijdgestuurd) zijn
functies toegewezen waarvoor geen
voelers nodig zijn.
FUNC RELAIS1 (functiekeuze relais 1)
!
Is in het menu
MONTEUR=>WARMWATER de
parameter "DOORLADEN"
geactiveerd, dan zijn de extra
functies met integratie van de
voeler niet mogelijk
(Functie 20 – 32)
T-RELAIS 1 (schakeltemperatuur
relais 1)
HYST RELAIS1 (hysteresis relais 1)
00 = geen functie
01 = Collectorpomp
AAN: Bij warmtevraag door een
verbruiker
UIT: Zonder warmtevraag van een
verbruiker
Bij warmtevraag van ten minste een
verbruiker in de installatie wordt de
pomp ingeschakeld. Na het uit-
schakelen van de WP werkt de
naloopfunctie.
02 = Circulatie (tijd)
De circulatiepomp wordt na circulatie-
of na warmwaterprogramma
(parameter "CIRCPOMP WW" in menu
GEBRUIKER=>WARMWATER)
ingeschakeld.
03 = Voedingspomp
AAN: Bij warmtevraag van een interne
verbruiker
OFF: Zonder warmtevraag van een
interne verbruiker. Er vindt een
pompennaloop plaats.
Installatie
Aanduiding
1 (stekker
FUNC RELAIS 1
T-RELAIS 1
HYST RELAIS1
FUNC RELAIS2
TERUG
05 = Pomp warmtebron 1
Bij gebruik van de regeling voor de
aansturing van twee warmtebronnen
kan het relais voor de aansturing van
de WP-pomp voor warmtebron 1
worden gebruikt. (Relais schakelt
tegelijk met branderrelais 1; naloop
= 5 min)
06 = WP-pomp warmtebron 2
Bij gebruik van de regeling voor de
aansturing van twee warmtebronnen
kan het relais voor de aansturing van
de WP-pomp voor warmtebron 2
worden gebruikt. (Relais schakelt
tegelijk met branderrelais 2; naloop
= 5 min)
20 = Temperatuurgestuurde
circulatiepomp
T-CIRCULATIE = retourtemperatuur
van de circulatieleiding
AAN:
UIT:
1+ HYST RELAIS1]
De circulatiepomp wordt ingeschakeld
als de retourtemperatuur onder de
ingestelde grenstemperatuur
(T-RELAIS 1) komt. De pomp wordt
weer uitgeschakeld als de retour-
temperatuur weer boven de hysteresis
(HYST RELAIS1) komt.
Het ingestelde circulatieprogramma
heeft evenals de instelling "circulatie
met warmwater" voorrang
=> Inschakeling vindt alleen plaats
gedurende de vrijgaveperioden.
Instelbereik
00 - 32
30°C – 90°C
2K – 10K
00 - 06
Menu verlaten door Ä
T-CIRCULATIE < T-RELAIS 1
T-CIRCULATIE > [T-RELAIS
Standaard
02
30°C
5K
00
21 = Circulatiepomp via impuls
AAN:
Bij kortsluiten van de multi--
functievoeler aansluiting
UIT:
Na 5 minuten
Bij kortsluiten van de voeleringang
voor de multi-functievoeler wordt de
circulatiepomp gedurende 5 minuten
ingeschakeld. Het inschakelen gebeurt
eenmalig bij het geven van een puls.
Het ingestelde circulatieprogramma
heeft evenals de instelling "circulatie
met warmwater" voorrang
=> Inschakeling vindt alleen plaats
gedurende de vrijgaveperioden.
22 = Integratie van de warmtebron
voor vaste brandstof
T VASTE BR = temperatuur van de
warmtebron voor vaste brandstof
TT-BUFFER O = temperatuur van de
boiler bij de inlaat (stekker III, pin 2+3)
AAN:
T VASTE BR
> [T-BUFFER O + HYST
RELAIS1 + 5K]
UIT:
T VASTE BR
< [T-BUFFER O + HYST
RELAIS1]
EW
25