Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Options (Opties) Menu; Werkingsmodi - Extech Instruments CG204 Gebruikershandleiding

Laagdiktemeter
Inhoudsopgave

Advertenties

STATISTICAL VIEWS (STATISTICHE WEERGAVEN) menu
1. Druk op de MENU knop om het programmamenu te openen.
2. Druk op SELECT om STATISTICAL VIEW te kiezen
3. Gebruik de UP and DOWN knoppen om de AVERAGE, MINIMUM, MAXIMUM, NUMBER OF
DATA en SDEV (standaardafwijking) waarden voor de opgeslagen metingen te doorlopen.
4. 'NO DATA' wordt weergegeven als er geen te analyseren metingen op de meter beschikbaar
zijn. De opgeslagen metingen worden gewist wanneer de meter wordt uitgeschakeld, tenzij de
GROUP functie wordt gebruikt (zie uitleg over de GROUP functie die verder in dit hoofdstuk
wordt beschreven).
5. Druk op de BACK en vervolgens op de ESC toets om naar de normale werkingsmodus terug te
keren.

OPTIONS (OPTIES) menu

1. Druk op de MENU knop om het programmamenu te openen.
2. Gebruik de DOWN ARROW knop om naar OPTIONS te gaan.
3. Druk op SELECT om OPTIONS te kiezen.
4. Gebruik de UP en DOWN knoppen om de MEASURE MODE, WORKING MODE, PROBE
USED, UNIT SETTINGS, BACKLIGHT, LCD STATISTICS en AUTO POWER OFF parameters
te doorlopen. Gebruik de SELECT toets om de gewenste parameter te selecteren. Details over
elke parameter volgen hieronder:
a.
Meetmodi
Selecteer CONTINUOUS of SINGLE onder MEASURE MODES in het OPTIONS menu met
behulp van de pijltjestoetsen en de SELECT toets.
In de CONTINUOUS meetmodus geeft de meter een lopend gemiddelde van de metingen
tijdens het meten weer. Let op, de pieptoon is niet actief in deze modus.
In de SINGLE meetmodus worden de metingen één voor één genomen. De metingen in de
SINGLE modus worden vergezeld van een geluidstoon.
b.

Werkingsmodi

Selecteer DIRECT of GROUP 1, 2, 3, of 4 onder WORKING MODES in het OPTIONS menu
met behulp van de pijltjestoetsen en de SELECT toets.
In de DIRECT modus worden de individuele metingen in het geheugen geregistreerd. Alle
DIRECT metingen worden gewist wanneer de meter wordt uitgeschakeld of op de GROUP
modus wordt ingesteld. De statistische analysegegevens blijven echter in het geheugen. Het
statistisch analysegedeelte kan tot 80 metingen evalueren. Eenmaal het geheugen vol is, zullen
de nieuwe metingen de oude vervangen. Deze modus heeft zijn eigen kalibratie- en
alarmgrenswaarden.
In de GROUP modus kan elk groepgeheugen een maximum van 80 metingen en 5 statistische
waarden opslaan. De kalibratie- en alarmgrenswaarden kunnen individueel worden ingesteld en
voor elke groep worden opgeslagen. Als het geheugen vol is, worden er nog metingen
uitgevoerd maar deze worden niet langer geregistreerd (dit heeft geen invloed op de reeds
geregistreerde metingen). De statistische gegevens worden ook niet langer bijgewerkt. De
groepsgegevens, statistische waarden, kalibratiegegevens en alarmgrenswaarden kunnen,
indien gewenst, worden verwijderd met behulp van het programmamenu.
5
CG204-EU-NL v2.2 8/13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave