Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Garmin FORETREX 601 BALLISTIC EDITION Gebruikershandleiding pagina 19

Verberg thumbnails Zie ook voor FORETREX 601 BALLISTIC EDITION:
Inhoudsopgave

Advertenties

INFO FORETREX: Hiermee kunt u toestelinformatie weergeven, zoals de toestel-id, softwareversie, informatie
over wet- en regelgeving en de licentieovereenkomst
Timerinstellingen
Selecteer INSTELLEN > TIMER op de menupagina.
TOON TIMERPAGINA?: Hiermee schakelt u de timerpagina in.
TEL AF VANAF:: Hiermee stelt u de tijdstappen voor de afteltimer in. Met de optie TEL OP kunt u de timer
gebruiken als stopwatch.
NA AFLOPEN:: Hiermee stelt u in dat de timer stopt, omhoog telt of opnieuw begint wanneer de tijd is
verstreken.
TOON BIJ AFLOPEN:: Hiermee stel u het geluidssignaal in dat klinkt wanneer de tijd is verstreken.
INTERVALTOON:: Hiermee stel u het geluidssignaal in dat klinkt wanneer de intervaltijd is verstreken.
Systeeminstellingen
Selecteer INSTELLEN > SYSTEEM op de menupagina.
GPS-MODUS: Hiermee wordt het satellietsysteem ingesteld op GPS, GPS + GLONASS, GPS + GALILEO,
ULTRATRAC of DEMO (GPS uit). Met de optie ULTRATRAC worden er minder vaak spoorpunten en
sensorgegevens vastgelegd.
WAAS: Hiermee kan het systeem gebruikmaken van WAAS/EGNOS-gegevens (Wide Area Augmentation
System/European Geostationary Navigation Overlay Service).
PIEPER: Hiermee stelt u in dat de zoemer alleen klinkt voor geluiden van belangrijke knoppen en voor berichten,
of alleen voor berichten.
BATTERIJ: Hiermee kunt u wijzigen welk type AAA-batterijen u gebruikt.
TAAL: Hiermee kunt u de taal selecteren voor de tekst die op het toestel wordt weergegeven.
INTERFACE: Hiermee kunt u de USB-poort van het toestel gebruiken voor de meeste NMEA
compatibele kaartprogramma's door een virtuele seriële poort te maken.
EIGENAAR: Hiermee kunt u informatie over de eigenaar opgeven, zoals uw naam, en deze laten weergeven als u
het toestel inschakelt.
Spoorinstellingen
Selecteer INSTELLEN > TRACKS op de menupagina.
OPNEMEN: Hiermee schakelt u het vastleggen van het spoor in.
OPNAME-INTERVAL: Hiermee stelt u de methode en snelheid van het vastleggen van het spoorlog in. Met de
optie AFSTAND kunt u de afstand tussen vastgelegde spoorpunten invoeren. Met de optie TIJD kunt u de tijd
tussen vastgelegde spoorpunten invoeren. Met de optie AUTO kunt u automatisch spoorpunten vastleggen
op basis van het geselecteerde resolutieniveau.
RESOLUTIE: Hiermee kunt u instellen hoe vaak spoorpunten worden vastgelegd. Bij een hogere resolutie worden
spoorpunten vaker vastgelegd en ontstaat er een gedetailleerder spoor, maar raakt het spoorlog ook sneller
vol.
NIEUWE REGEL INDIEN VOL: Hiermee wordt aangegeven of spoorpunten worden overschreven wanneer het
geheugen van het toestel vol is.
Kaartinstellingen
Selecteer INSTELLEN > KAART op de menupagina.
KAARTORIËNTATIE: Hiermee stelt u in hoe de kaart wordt weergegeven op de pagina. Selecteer NOORD
BOVEN om het noorden boven aan de pagina weer te geven. Selecteer ROUTE NAAR BOVEN om uw huidige
reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
AUTOZOOM: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau ingesteld voor optimaal gebruik van de kaart.
Als deze instelling is uitgeschakeld, moet u handmatig in- en uitzoomen.
NAAR LIJN: Hiermee stelt u het gedrag van de wijzer op de kaart in. PEILING wijst in de richting van uw
bestemming. KOERS toont uw relatie tot de koerslijn die naar de bestemming leidt.
Uw toestel aanpassen
(Toestelgegevens weergeven,
pagina 18).
®
NMEA 0183-
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Foretrex 701 ballistic edition

Inhoudsopgave