Een profiel verwijderen
1 Selecteer ENTER > PROFILE op de pagina Applied Ballistics.
2 Selecteer uw huidige profiel.
Er wordt een lijst met profielen weergegeven.
3 Selecteer een profiel.
4 Selecteer DELETE PROFILE.
Opties op menupagina
WAYPOINTS: Hiermee kunt u een nieuw via-punt maken, alle via-punten weergeven of het dichtstbijzijnde
via-punt weergeven.
TRACKS: Hiermee kunt u uw opgeslagen sporen beheren.
ROUTES: Hiermee kunt u een nieuwe route maken, alle routes weergeven of alle routes verwijderen.
INSTELLEN: Hiermee kunt u het toestel aanpassen
VERBINDING: Hiermee kunt u verbinding maken met compatibele Garmin toestellen en ANT+
(Optionele fitnessaccessoires,
TELEFOON: Hiermee kunt u een smartphone koppelen met uw toestel
pagina 16).
GPS: Hier wordt de sterkte van het satellietsignaal of de hemelzichtweergave weergegeven
weergeven,
pagina 18).
JUMPMASTER: Hiermee kunt u het sprongtype selecteren
Toestelinstellingen
Selecteer INSTELLEN op de menupagina.
APPLIED BALLISTICS: Hiermee kunt u de atmosferische omstandigheden voor de omgeving, de
schietomstandigheden voor het doel, de wapen- en kogeleigenschappen voor uw profiel, de
uitvoermaateenheden voor uw profiel en de invoermaateenheden voor de pagina Applied Ballistics
aanpassen
(Applied Ballistics opties,
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar op model Foretrex 701.
TIJD: Hiermee stelt u in dat op het toestel de 12-uurs, 24-uurs of militaire tijdnotatie wordt weergegeven en stelt
u de tijdzone voor het toestel in. Met de optie AUTOMATISCH stelt de tijdzone van het toestel automatisch in
op basis van uw GPS-positie.
TIMER: Hiermee schakelt u de timerpagina in en kunt u de timervoorkeuren instellen
pagina 15).
DISPLAY: Hiermee past u de time-out van de schermverlichting en het schermcontrast in.
EENHEDEN: Hiermee kunt u de positienotatie, kaartdatum en maateenheden voor het toestel instellen.
VOORL KOERS: Hiermee stelt u de kompasweergave en noordreferentie in, en kunt u het kompas handmatig
kalibreren
(Het kompas kalibreren,
automatisch kalibreren. Met de optie UIT schakelt u het kompas uit.
SYSTEEM: Hiermee stelt u de systeemvoorkeuren in
TRACKS: Hiermee stelt u de spoorvoorkeuren in
ROUTES: Hiermee stelt u de overgang van het ene punt naar het volgende punt op de route in. Met de optie
AFSTAND wordt u naar het volgende punt van de route geleid als u zich op een opgegeven afstand bevindt.
KAART: Hiermee stelt u de kaartvoorkeuren in
HOOGTEMETER: Hiermee schakelt u automatische kalibratie in en kunt u de hoogtemeter handmatig kalibreren
(De barometrische hoogtemeter kalibreren,
HERSTELLEN: Hiermee kunt u de tripgegevens opnieuw instellen
alle via-punten verwijderen
standaardfabrieksinstellingen
14
(Toestelinstellingen,
pagina 16).
pagina 11).
pagina 10). Met de optie AUTO kunt u het kompas van het toestel
(Systeeminstellingen,
(Spoorinstellingen,
(Kaartinstellingen,
pagina 11).
(Alle via-punten verwijderen,
(Alle standaardinstellingen herstellen,
pagina 14).
(Een smartphone met uw toestel koppelen,
(Jumpmaster,
pagina 16).
pagina 15).
pagina 15).
pagina 15).
(De tripcomputer opnieuw instellen,
pagina 7) en het toestel terugzetten op de
pagina 21).
®
sensoren
(Satellieten
(Timerinstellingen,
pagina 11),
Uw toestel aanpassen