GX-klep en actuator
juli 2018
vastgelopen actuatorjuk niet door er aan te trekken met gereedschap dat kan rekken of op een andere manier energie kan
opslaan. Het plotseling vrijkomen van opgeslagen energie kan een ongecontroleerde beweging van het actuatorjuk tot
gevolg hebben.
Opmerking
Door middel van de volgende stap wordt er extra op toegezien dat de vloeistofdruk in het klephuis is afgelaten.
3. Bij standaard-kapconstructies (afbeeldingen 18, 19, 20 en 21) bevestigen moeren in de behuizing (item 7) het actuatorjuk (item
8) aan het klephuis (item 1). Draai deze moeren ongeveer 3 mm (1/8 in.) los.
Bij kapconstructies met verlengstuk en balgen bevestigen moeren (item 46) in de kap het actuatorjuk (item 8) op het verlengstuk
van de kap (item 39). Draai deze moeren ongeveer 3 mm (1/8 in.) los.
4. Draai vervolgens de met pakking aan elkaar verbonden klep/juk-constructie los door het actuatorjuk heen en weer te bewegen
of door de klep en het actuatorjuk los te wrikken. Wrik met het gereedschap rond het actuatorjuk totdat het los komt.
WAARSCHUWING
Als er procesvloeistof uit de verbinding lekt, draai de moeren van het klephuis/de verbinding dan weer vast en ga terug naar
de waarschuwing aan het begin van het gedeelte Onderhoud om ervoor te zorgen dat de juiste stappen zijn opgevolgd om
te klep te isoleren en de procesdruk af te laten.
5. Als er geen vloeistof uit de verbinding lekt, draait u het pakkingsdrukstuk (item 29) twee slagen los om de spanningsbelasting
op de pakking te verminderen.
6. Verwijder bij standaard-kapconstructies (afbeelding 18, 19, 20 en 21) alle moeren van de behuizing (item 7).
Verwijder bij kapconstructies met verlengstuk/balg (afbeeldingen 22 en 23) alle moeren van de kap (item 46).
LET OP
Om materiële schade te voorkomen, plaatst u het actuatorjuk op een beschermd oppervlak zoals beschreven in
onderstaande procedure.
7. Til voorzichtig het actuatorjuk op en zet het op een beschermend oppervlak om schade te voorkomen.
Als bij standaard-kapconstructies de kap (item 4) samen met de klep/stem/plug-constructie de neiging heeft om met het
actuatorjuk naar boven te komen, zorg dan dat het niet van de actuator valt.
Zorg er bij constructies met verlengstuk/balg voor dat de kap (item 4) niet met het actuatorjuk omhoog komt. Als de kap,
geleidehuls of klep/stem-constructie bij DN 150 gebalanceerde constructies de neiging hebben om met het actuatorjuk
omhoog te komen, zorg dan dat ze niet van de actuator vallen.
LET OP
Bij kapconstructies met verlengstuk/balg kan het optillen van de kap met het actuatorjuk mogelijk schade aan de klepplug
of aan de balg veroorzaken.
8. Verwijder de stemstelmoer (item 27) en de borgmoer (item 28).
9. Verwijder bij standaard-kapconstructies de kap de de klepplug/stem-constructie en zet deze op een beschermend oppervlak.
Verwijder bij kapconstructies met een verlengstuk/balg alleen de kap (item 4).
Verwijder bij DN 150 gebalanceerde constructies de geleidehuls, kap en klepplug/stem-constructie.
14
Instructiehandleiding
D103175X0NL