VDH Products BV
2.1.11. Sensoren in/uitschakelen
Document 951481 - Versie 1.4
De gebruiker beschikt over de mogelijkheid de aanwezige sensoren in- of uit
te schakelen.
Ingeschakelde sensoren worden gebruikt voor de regeling, uitgeschakelde
sensoren niet. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn als een voeler tijdelijk niet
gebruikt moet worden voor de berekening van de temperatuur. Ook kan een
voeler die niet de juiste waarde aangeeft uitgeschakeld worden. De
oplichtende LED's geven aan welke temperatuursensoren actief zijn.
Zorg ervoor dat de LED boven de KEY toets brandt, zodat veranderingen zijn
toegestaan.
Druk op de SENS-toets en vervolgens op de PROG-toets. De LED's boven de
toetsen knipperen ten teken dat deze functie actief is.
In het display verschijnt 'S1.on'. Het cijfer wat knippert (in dit geval '1'), geeft
het nummer van de eerste aanwezige sensor aan.
Kies een sensor met behulp van de OMHOOG- en OMLAAG-toetsen. In het
display is te zien of de getoonde sensor in- of uitgeschakeld is:
'on' als deze is ingeschakeld,
'OF' als deze is uitgeschakeld.
Door op de SET-toets te drukken kan de toestand van de sensor worden
veranderd van 'on' naar 'OF' of omgekeerd.
Met de OMHOOG- en OMLAAG-toetsen kunnen alle aanwezige
temperatuursensoren op deze wijze in- of uitgeschakeld worden.
Beëindig het in- en uitschakelen van de sensoren door op de SENS-toets te
drukken.
Let op:
Als er slechts één temperatuursensor ingeschakeld is, staat de PROBA50 niet
toe dat deze wordt uitgeschakeld. Als deze sensor toch moet worden
uitgeschakeld, schakel dan eerst een andere sensor in, voordat deze sensor
uitgeschakeld kan worden.
Blad: 13 van 27