Inhoudsopgave
Advertenties
Ingebruikneming
Programma van de bedienings- van
de veiligheidskast LGB 22.
t1 : voorventilatie
t2 : veiligheidstijd max
t3 : voorontstekingstijd ongeveer
t4 : tijdsinterval tussen de 1e
en 2e trap
— : veiligheidstijd tot doven
van de vlam
Elektrische werking
Voor de duidelijkheid zijn in het schema
hierboven niet alle elektrische
componenten opgenomen.
Verondersteld wordt dat :
– de elektrische voeding voldoet aan de
vereisten.
– de voorinstelling van de pressostaten
en van de nokken van de servomotor
correct uitgevoerd werd.
Signalen van de
bediening van de kast
Vereiste
ingangssignalen
De nummers van de klemmen bevinden
zich op de bodem van de bedienings- en
veiligheidskast.
Iedere stand van de controlekast is
aangeduid met een symbool dat dicht bij de
terugstelknop te zien is.
Hieronder de betekenis ervan :
Terugkeer naar de wacht- en de
startstand bij het onder spanning
20s
brengen van klem 12 door:
3s
– de beveiligingszekering,
3s
– de thermostatische keten
(veiligheidsthermostaat en
8s
begrenzingsthermostaat)
– de gasthermostaat
<1s
Controle van het vlamrelais en van de
ruststand van de luchtpressostaat op
de klemmen 3 en 6.
Starten van de brandermotor via
klem 3.
Begin van de voorventilatie.
P
Begin van de permanente controle
van de lucht door de pressostaat en
bevestiging op klem11.
Het circuit tussen de klemmen 3 en 6
wordt onderbroken
Begin van de voorontsteking via klem
7.
Gelijktijdig openen van de veiligheids-
en de hoofdklep klem 4.
Begin van de veiligheidstijd.
9910 / 13 004 387B
Begin van de permanente controle
1
van de vlam, detectie van de
ionisatiestroom via klem 1.
Stilstand van de
ontstekingstransformator.
Toelating van de regeling via klem 5.
2
De servomotor opent in de 2e
werkingstrap en maakt op zijn traject
het openen van de afsluiter voor de
2e werkingstrap vrij.
Stilstand van de brander door het
afsnijden van de thermostaatketen.
Volstrekt noodzakelijk :
Bij continu gebruik moet de sturing om de
24 uren worden stilgelegd.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
