Het onderste deel is voorzien voor koeling – instelling tussen 6 °C en 8 °C - ,
het is dus aangewezen om hier geen flessen te laten.
Het bovenste gedeelte is voorzien voor een instelling tussen
minimum: 14 °C en 16 °C - maximum: 16 °C en 18 °C
In die omstandigheden ligt de temperatuur van de rijpingszone tussen 11 °C
en 13 °C.
Temperatuurinstellingen
Standaardmodel
Uw Vin&O is vooraf in de fabriek ingesteld om onderaan 6 °C en bovenaan 18 °C
te bereiken (±2 °C).
• De instelling gebeurt met een omgevingsthermostaat (zie beschrijving pagina 4-5):
thermostaat warm: bovenaan
thermostaat koud: onderaan
• De standaardinstelling wordt verkregen afhankelijk van het model:
T° standaard
Vin&O 80 B
6 - 18
Vin&O 120 B
6 - 18
• Afstelling
U kunt de temperaturen doen stijgen of doen dalen. Tussen de twee thermo-
staten moet hetzelfde verschil behouden blijven.
WARM
Stijgen: verzet de indexwaarden van de
2 thermostaten naar boven.
De waarden voor de instellingen van de thermostaten zijn geen temperaturen
in graden, maar indexen. Een indexwaarde komt ongeveer overeen met 1 °C.
• In alle gevallen moet u 48 uur wachten voor u de effecten van een tempera-
tuuraanpassing kunt vaststellen.
• De aangegeven instellingen zijn standaardinstellingen bepaald voor een
omgevingstemperatuur van ongeveer 20 °C. In functie van de buitentempera-
tuur en/of de installatieomstandigheden en/of gewijzigde omstandigheden,
moeten er mogelijk aanpassingen gebeuren.
Stel de glazen duur niet bloot aan direct zonlicht.
th. koud
6
6
KOUD
Dalen: verzet de indexwaarden van de
2 thermostaten naar beneden.
th. warm
18
18
KOUD
WARM
Nederlander - P 15
NL